maandag 23 februari 2009

Milkbar


Ontsproten uit de economische malaise van 2008, een voorliefde voor snuff movies uit de jaren ´50 en een lactose intolerant regime ontstond een tegenbeweging.
Een groep revolutionairen zo u wilt.
Nadat deze beweging een paar maanden in de schaduw van de maatschappij heeft geopereerd, zich heeft voorbereid, gewapend en getraind, is zij nu in staat zichzelf te openbaren aan de rest van de wereld.
Het is tijd haar naam de wereld in te scanderen, tijd om met veel bombarie en confetti haar naam wereldkundig te maken.

Dus sluit uw ramen en deuren, houd uw kinderen binnen, doe het licht uit en doe vooral voor niemand open.
Er ligt niemand dood te bloeden op straat, er is niemand verongelukt, u bent niet gebrainwashed. Ga rustig slapen.

Dan houden wij de straten, vieze steegjes en ongure kroegjes voor u in de gaten.
Mocht u ons nou toch willen spreken, kom dan na middernacht naar het verlaten theater en gooi daar een zilveren rijksdaalder in de fontein.
Wij zullen u dan vinden.

Gegroet,

Milkbar.

Vooral niet klikken hier. Niet doen!

vrijdag 20 februari 2009

Track van de week - Week 8

Nu de week haar einde nadert, leek het mij haast een noodzaak om er snel nog even een leuk liedje doorheen te persen. Immers, een week niet Track-en is een week niet geleefd.
Deze week heb ik gekozen voor een liedje met een geweldige opbouw, een geniale zangeres, maar voornamelijk een liedje met een erg persoonlijke lading.

Zie, een jaar of wat geleden was ik onderweg naar Pinkpop, toen ik in Eindhoven moest overstappen om richting Landgraaf te kunnen reizen. Erg gezellig, zo'n perron vol vrolijke hippies die zin hebben om een weekend lang kansloos dronken te worden.
Uit de veel te grote, te vol geladen rugzakken werden treetjes bier gehaald en gezamenlijk weggekanteld, tot afschuw van het eenzame plukje werk-plebs, dat vol jaloezie en afgunst naar het onwelriekende tuig stond te kijken, vanuit het hoekje waar ze waren gaan staan om zich te onderscheiden van de dreadlock-dragende-alcohol-cannabis-walm. Het was immers rond 09.30 in de vroege morgen. Niets vervelender dan mensen lol te zien hebben wanneer je zelf nog een hele dag moet gaan ploeteren in een airco-controlled-environment.

Maar goed, ook ik stond gezellig blikjes Aldi bier weg te zetten, terwijl ik met de hele groep gezellig 'Pass the Dutchie to the left-hand-side' aan het zingen was, toen er recht voor mijn ogen iets gebeurde dat de rest van mijn leven zou veranderen...

Net toen de trein, die ons naar Landgraaf zou dirigeren, aan kwam denderen en iedereen zijn/ haar spullen bij elkaar sprokkelde, pakte een meisje van pak hem beet 19 jaar oud haar te grote rugzak op en hees deze op haar rug.
Of het nu onder invloed van de drank, drugs of de te zware dreadlocks was weet ik nog steeds niet, maar ineens zag ik de wanhopige blik in haar ogen en volgens mij kreeg ik dezelfde uitdrukking. We trokken beiden lijkbleek weg, ik omdat ik zag wat er zou gebeuren, zij omdat ze wist dat dit het einde was.

Ze verslikte zich in het gewicht van haar rugzak, werd hierdoor uit balans gebracht en viel in slow motion, ogen vol angst op mij gefocust naar achteren, het spoor op, recht voor de aanstormende trein.

In die fractie van een seconde, waarin alles zich afspeelde leek ze me te smeken, te beschuldigen en te vergeven. En alles wat ik op dat moment voelde kan eigenlijk alleen maar worden samengevat in het refrein van dit nummer, Try.

Edit achteraf:
Lang heb ik zitten twijfelen of ik dit verhaaltje wel moest plaatsen en of ik de dreadlockdame met naam en toenaam moest benoemen.
Uit empathie voor de nabestaanden heb ik besloten het op deze manier te plaatsen zonder namen en zonder te veel details. Tjoek Tjoek!

dinsdag 17 februari 2009

Uit de oude doos: Spetters op het raam

Edit vooraf: Ik ben sinds zondag nogal grieperig en dus lig ik onder drie lagen dekens een semi-koorts uit mijn zielige lijf te zweten. Ik hoop morgen weer 'up and running' te zijn om jullie van nieuwe onzin te voorzien, tot die tijd moeten jullie het even doen met wederom een oud stukje letterpasta.

Spetters op het raam.

Het is zo’n dag met spetters op het raam. Geen onstuimige hoosbui, maar enkel een paar laffe druppeltjes die de buitenwereld grijs doen lijken. Forenzen en studenten rennen het stukje tussen de bus en het station iets harder om in de grote veilige stationshal op te drogen. De trein ruikt naar natte hond en overmatig koffiegebruik, voelt aan als ‘ik had de auto moeten nemen’ en ‘het is weer bijna weekend’.
Het is zo’n dag dat je blij bent dat je binnen zit. Dat je je eigenlijk wil ziekmelden en wil begraven in drie extra dekens, televisie aan en de hele middag naar suffe belspelletjes kijken.
Het is zo’n dag dat je besluit dat je op vakantie wil, naar een asociaal warm land, of een ontzettend burgerlijk hotelletje aan de kust. Cocktails met zo’n klein parasolletje, stiekem een sigaretje roken terwijl je de zon ziet verdrinken in de zee.
Het is zo’n dag dat je zoekt naar een depressie, een excuus om je te kunnen spiegelen aan de beeltenis van de buitenwereld, die zich opdringt aan het raam. De collega die op het ritme van de sky radio muzak overdreven vrolijk rapporten uittikt, de zielloze discussies over targets, doelstellingen en toekomstperspectieven, elk excuus lijkt te werken.
Het is zo’n dag dat je wacht op de spreekwoordelijke zonneschijn die maar op zich laat wachten, om vervolgens te kunnen zeuren over de warmte die dat met zich meebrengt.
Het is gewoon weer zo’n dag dat de klok achteruit lijkt te lopen, je favoriete broodje op is, de computer vastloopt, er een scheur in je regenjas zit, je fiets een bekeuring ontvangt wegens fout parkeren, je geliefde vergeten is wie je bent, je bankpas ingeslikt wordt, de lift blijft hangen en je het eigenlijk allemaal wel best vindt.
Het is de dag dat ik hardop huil om het bericht en het besef dat de enige twee mensen die het land weer zouden kunnen opvrolijken, zijn gestopt met musiceren.
Kortom, het is zo’n dag dat je vrijwillig ‘toppertje’ aanzet…

31-5-2007
Geschreven op de infame dag Guillermo & Tropical Danny stopten met muziek maken.
R.i.p. Opdat wij hun geniale muziek en epische teksten nooit zullen vergeten.

vrijdag 13 februari 2009

Uit de oude doos: De Denker

Ik weet zeker dat ik vanavond weer geen letter op papier krijg.


In gedachten ben ik er vaak zó dichtbij. Heb ik de puzzel bijna opgelost. Hoef ik alleen nog maar te wachten op dat ene moment. Een fractie verwijderd van de grote alomvattende waarheid.

Dan lijkt het alsof ik bijna een blik kan werpen op het tapijt van bovenaf, waar ik jaren vol verwondering naar heb staan turen. Maar vanaf de onderkant is het moeilijk om de logica of structuur te herkennen. Al die vreemde kleurcombinaties, die chaotische willekeur blijkt van bovenaf een duidelijk motief te hebben. En ik kan het bijna zien, in gedachten.
Als je de antwoorden hebt zijn de meest prangende vragen ogenschijnlijk dom.
Iets of iemand laat mij nog even in het ongewisse.
Dan staar ik uren voor me uit. Probeer me te concentreren op het ontstaan van het Universum,
Ik probeer me voor te stellen wat er voor die knal was.
Want als die knal het ontstaan van een uitdijend Universum veroorzaakte en daarmee 'ruimte' schiep, wat was er daarvoor dan? Wat vulde de ruimte?
In the beginning there was nothing, which exploded.
Mijn hoofd doet pijn.

Of ik kijk uit mijn zolderraam naar de sterren. Orion is mooi.
Alsof de grote schepper dronken was toen hij de derde stip in het midden zette.
Nét geen rechte lijn. Toch jammer. Je zegt wel dat je het niet ziet, maar je blijft je er altijd aan irriteren.
Ik moet ook eerlijk zeggen dat het de enige constellatie is die ik altijd direct herken, voor de rest moet ik goed mijn best doen. Hoewel het steelpannetje ook te doen is.
Maar het leuke van lang naar de sterren kijken is, dat je bijna altijd binnen vijf minuten meent een vallende ster
te hebben gezien. En dan mag je wensen. Ik wens altijd voor nóg een vallende ster.

En de maan. De hondstrouwe maan. Altijd goed voor een dagelijkse portie eb en vloed. De maan is het pus van de aarde. Biljoenen jaren geleden botste de aarde met de planeet Theia en dat gaf wat rommel. Maar gelukkig klonterde ruim de helft van dat ruimteafval samen, om de blauwdruk van de maan te vormen. Hoe we dat weten? Omdat wetenschappers dat zeggen.
Er is trouwens al 36 jaar lang geen mens meer op de maan geweest.
Dat snap ik niet. Alsof je leert vliegen en dan de auto neemt. Waarom sturen we niet gewoon een bemande vlucht naar de maan? Geven alle astronauten mooie moderne camera’s in kleur en streamen de hele bende op het net. Einde samenzweringstheorieën, mooie nieuwe screensavers.
Houston we have no clue.

Ik moet zo maar eens gaan slapen.
Ik loop weer naar het raam en staar nog eens de nacht in.
Ineens krijg ik de beklemmende behoefte om te bidden. Ik ga door mijn knieën en sla een kruisje, zoals ik dat vroeger voor elke maaltijd deed. Ik weet niet waarom ik dat nu niet meer doe.
Bidden is net als fietsen. In een rap tempo heb ik het standaard repertoire afgewerkt en wacht ik hoopvol op antwoord. Gun me die ene glimp van bovenaf! Ik hou het voor me. Eerlijk. Amen.
Dan lijkt het allemaal eigenlijk geen bal uit te maken. Ik snap ook wel dat je niet kunt verwachten dat je ineens wél antwoorden krijgt. Waarom ik? Waarom ik niet? En wie dan wel? Welk volk houdt het meeste van haar God? Hoe wordt dat gemeten? En waarom zou dat af moeten hangen van regels en voorschriften? Waarom moet die fractie van een eeuwigheid dat wij in leven zijn, worden toegewijd aan de periode eromheen? De eeuwige stilte.
Ik wil nog wel een beetje herrie maken.
De vogels buiten ook.
Ik heb het idee dat ergens anders, in een andere tijdzone van het Universum, er wellicht nog iemand omhoog staat te kijken en exact hetzelfde denkt.
Slim mannetje.
Ik krijg de puzzel maar niet opgelost. Maar dat komt omdat de stukjes nog niet passen.
Geen koffie nodig. Irritatie en verwondering houden me op de been.

15-05-2007

donderdag 12 februari 2009

Uit de oude doos: Hang hem erin

“Slecht moment om onzeker te worden!”, zegt Robin met een grijns van oor tot oor. Hij doelt op de schmink die samen met mijn zweetdruppeltjes over mijn wangen biggelt, om vervolgens op mijn kin halt te houden. Voor heel even.
no nameVanuit mijn halfdichtgeknepen ooghoek zie ik het hulpeloze hoopje mens in de spiegel die er alles aan doet om maar geen oogcontact te maken. En dan toch maar.
Daar zit ie dan. De omhooggevallen klaploper die ruim een uur schmink nodig heeft om zich zeker te voelen ten overstaan van de hordes klapvee (FYI: het woord klapvee krijgt in Word als verbeteringssuggestie studiopubliek.)
Niets erger dan schone schijn. De schaamte naar jezelf toe, het innerlijke boegeroep wanneer je je glimlach aantrekt. Bah.
En het publiek pikt het, want het publiek pikt alles. Het publiek wil niet per sé zelf bepalen wat goed, hip of mooi is. Het publiek heeft namelijk al de hele week van alles aan zijn/ haar hoofd. Het publiek hoeft niets te maken te hebben met het proces van smaakontwikkeling, wil daar zo min mogelijk mee te maken hebben. Ze willen enkel vermaakt worden, bediend worden en het ranzige eindproduct gulzig verorberen.
En dat eindproduct ben ik dus.
De foie gras voor de man met de pet.
Een volwassen man onder de schmink.

De lichten gaan aan, het publiek doet zijn stinkende best om zo hard mogelijk klapperdeklap te doen en Robin steekt 2 duimen op.
6 lampen aan een railing zorgen ervoor dat mijn geplamuurde kop schitterend in beeld komt en zodra de openingstune is afgelopen, is het woord aan mij.
“Goedenavond dames en heren. Welkom bij Hang hem er in, dé ultieme spelshow voor het hele gezin! Mijn naam is Rick Rugtuffer. De afgelopen week zijn mijn trouwe assistent Robin Ramkoers en ik onafgebroken bezig om deze show voor te bereiden.
Nóg uitdagender, nóg smeriger en nóg meer gericht op platvloerse humor. Zo zullen wij vanavond niet alleen kennis maken met een dappere ziel uit Uden, die vorige week een katje uit de dakgoot kon redden. Hij is vanavond hier bij ons te gast en laat zich vanavond onder andere in een bassin vol weggezogen lichaamsvet hangen. We hebben namelijk ook een pienter jong meisje, die vorige week samen met haar korfbalteam uit Bunschoten een uitmuntende prestatie neerzette, door nog voor wedstrijd begon, het arbitrale trio dusdanig aan te pakken dat geen van de drie fluitjes ooit nog in de buurt van een gymzaal zal komen. Zij is hier om een nieuwe korfpaal voor haar club bij elkaar te spelen. Wat een show!
Wij zullen haar straks langzaam maar doelbewust in een vijvertje vol rottende kinderlijkjes laten zakken. Viiiies!”
Het publiek gaat uit zijn dak en draait zich een kwartslag, naar het volgende deel van het decor, waar doorgaans het eerste onderdeel van Hang hem er in wordt gespeeld: Troephappen.

Maar dan gebeurt er iets.
De cameraman kijkt vertwijfeld om zich heen. Hij beweegt niet, blijft gewoon zitten… Die rare Rick blijft zitten. “Sta op!” sist hij zachtjes door zijn tanden. Maar ongetwijfeld wordt zijn sissende aanwijzing overstemd door de regisseur, die door alle oortjes te horen is.
In zijn koptelefoon hoort hij buiten een tierende regisseur de allesoverheersende stilte van de live televisie, die hij hijgend vastlegt.
In de coulissen Staat Robin als een opgewonden deelnemer voor het één na laatste onderdeel van de show (How do you poo? – red.) op en neer te springen en heftig met zijn armen te zwaaien. Hij verwerkt de gemiddelde crap sowieso al slecht, laat staan als het niet soepel doorloopt.
Het publiek begint zachtjes, maar telkens harder te fluisteren, dan te mompelen en uiteindelijk oorverdovend hard te roepen naar Rick.
Net op het moment dat Robin zelf de studio wil betreden begint Rick weer te praten.
“Slecht moment om onzeker te worden!”, het publiek valt in een mum van tijd stil. Zo stil dat op de eerste rij het geschreeuw en getier van de regisseur duidelijk hoorbaar is. All eyes on Rick Rugtuffer. “Slecht moment om onzeker te worden! Ik was net onzeker als een málle mensen. Pfoe! Ik doe deze zeer goedbetaalde schnabbel al geruime tijd en heb geen seconde spijt gehad van de ranzigheid die ik heb laten zien aan de wereld. Sterker nog, ik verbind er graag mijn naam aan. Ik heb mensen door hun eigen kots laten rollen, dappere studenten van een duikplank laten springen in een leeg zwembad en zelfs het koningshuis kunnen besmeuren, al weet u dat ik daar verder niet meer op in mag gaan. Maar ze kunnen lekker in hun eigen tempo in de stront zakken. Tuig is het.”

De cameraman vermoedt dat de regisseur van woede uit elkaar geklapt is, want het is ineens angstvallig stil geworden in zijn koptelefoon. Wat doet die vent? Waar is hij in Godsnaam mee bezig?
Uit gewoonte en interesse blijft hij zijn camera strak op Rick richten.

“… ongewassen klootzak. En hij weet dat ik dat van hem vind!” Vervolgt Rick zijn relaas. Hij is ondertussen gaan staan en zwaait woest met zijn stapel papieren. “Ik sprak hem vorige week nog en toen hadden we schik joh, gelachen met zijn tweeën. Maar wat wil je ook met zoveel drank. Diep gaan, keihard de maatschappelijke ladder afgetrapt worden, dat leek ons vroeger mooi. En vorige week ook, maar nogmaals, er was veel drank.
Maar dat is niet mijn punt. Het punt is dat ik er genoeg van heb. Het is prima dat jullie jezelf op nationale televisie voor lul willen zetten, ik krijg daar goed voor betaald. Ik voel dan ook helemaal niets voor de zogenaamde slachtoffers van dit programma. Jullie kiezen er zelf voor.
Ergens zullen jullie zelf toch ook wel moeten weten dat er iets fundamenteel mis is met deze vorm van vermaak? Gadverdamme, ga een eigen mening kweken!”

Het publiek heeft tot nu toe redelijk ademloos naar het relaas van Rick zitten luisteren, maar nu ze doorheeft dat de tirade voornamelijk aan hen is gericht, beginnen er ook mensen in het publiek op te staan en terug te schelden.

“Hoe halen jullie het verdomme in je kansloze kop om mij tegen te spreken! Daar zijn regels voor! Ten eerste moet je eerst een uur lang met je kop in de schmink om iets te mogen zeggen op tv. Daarnaast mag wat je zegt vooral geen inhoud hebben. En u, mijn waarde publiekslieveling, lijkt verdomme een punt te hebben. Met argumenten! Dat kan niet. Ten derde bent u vorige week met 3 vrienden gaan zwemmen in een bad gevuld met de overblijfselen van Patty’s klysma. U hebt uw 15 Minutes of Fame al verspeeld aan smerigheid. Dus nu even heel snel uw bek houden alstublieft.”

Net voordat er een roodaangelopen man uit het publiek zover is dat hij Rick besluit aan te vliegen grijpt die grote vent van de studio Security de man in zijn kraag en werkt hem tegen de grond. Het wordt even ongezellig en het ziet er nogal pijnlijk uit allemaal. Maar ook die beelden worden maar al te graag vastgelegd op het celluloid van de ronkende camera.

“Om mijn verhaal af te maken, ik kan niet meer ongeïnteresseerd dit programma volblaffen met de grapjes die Robin van tevoren schrijft. Wat mij betreft neemt hij de hele donderse bende over. Het is een trouwe jongen, al zal hij me vanaf morgen niet meer zo veel bellen denk ik. Hij zal een trede klimmen op die klote ladder en ik heb zoeven besloten los te laten. Om mezelf in een vrije val omlaag te laten vallen. Onderweg omlaag zal ik al mijn oude vrienden tegenkomen, die met moeite naar de middelmaat klimmen. Ik zal ze niet waarschuwen voor de gevaren die je tegenkomt op die hoogten. Hoe de ijle lucht en het wijdse uitzicht ervoor zorgen dat mensen zich anders gaan gedragen. Uit de hoogte noemen ze dat.
Ik doe er niet meer aan mee. Doelbewust zal ik omlaag donderen en plat op mijn harses landen.Landen op je harses doet pijn, landen in de goot doet nog veel meer pijn, maar biedt tegelijk ook nieuwe mogelijkheden. Je kunt opnieuw aan de lange weg omhoog beginnen, of in plaats van omhoog te willen klimmen, je opzij bewegen. Zélf iets creëren. Pionierswerk verrichten. Je eigen baas, jezelf altijd voortbewegend in je eigen tijd. Sjesus, ik ben nog steeds aan het praten.
Ik ga d’r vandoor. Moet later vandaag nog invallen als scheidsrechter bij een korfbalwedstrijd.”

25-07-2008

The Office US - Red Wire

SPOILER ALERT!

Mensen die The Office US volgen en nog niet de laatste twee afleveringen (ep 5.13 en 5.14) hebben gezien, willen wellicht wachten tot de hele aflevering wordt getoond. Duurt op Comedy Central meestal een half jaartje. Dus behoor jij in deze categorie dan raad ik je een leuk verhaal over kotsen over jassen en urine roken aan. Hierrr.

Zo, dat ruimt lekker op. Nu niet meer zeuren over spoilers.
Natuurlijk zijn er *kuch* en *proest* altijd andere manieren om de nieuwe afleveringen alvast te zien.

Nu staan de openingsscènes altijd wel garant voor een goede 'prank', stompzinnig intro van Michael of op zijn minst een aanrijding. Echter, deze grap was zo goed, dat hij (imho) dicht tegen de perfectie aan schuurde.

Deze serie inspireert mij te meer om het leven van mijn collega's zo zuur mogelijk te maken of op zijn minst op te fleuren met stompzinnige verhalen en heel veel irritante geluiden. En dus is het in het belang van jullie allemaal dat ik mijn wekelijkse portie The Office krijg. En LOST natuurlijk.
En The Daily Show. Colbert Report. Fringe. Leverage. Heroes. 24. South Park. Prison Break (thank God it's allmost over). SGA. Family Guy. Chuck. Reaper. Two and a half men. The Big Bang Theory.....
- Note to self: je kijkt te veel series. -

En ja, ik weet het, The Office UK is beter.
Enjoy.


woensdag 11 februari 2009

Mijn spannende leven pt. 4 - Ziek

KutVerdeTyfusKloteRukReumaTarrelsKotsendeSchijtzooi.
De zeven wachters van de langdurige ziekte staan aan mijn zijde. Prikken mij met hun drietanden in mijn maag en spugen al lachend mijn gezicht vol ranzige bacteriesmurrie.
Zij stoken het vuurtje dat in de krochten van mijn lijf is gaan branden nog wat verder op. “Branden zul je! Branden!”

Nee, het is geen pretje, ziek zijn. Hulpeloos vanuit je doorweekte bed iets leuks vinden op tv, op zondag, om 12.35. Terwijl je wilt slapen. Maar door de marathon-slaapsessie van vannacht (17 uur geslapen en nog nooit zo uitgeput gevoeld) is die droom ver weg.
Het is wachten tot je tijdens een kuttige B-film besluit dat soms eindeloos woelen beter is dan de nieuwe ‘Indiana Jones’ of de huidige Hollywood topper ‘The House Bunny’ helemaal uitzitten (onmogelijk). Wat komt er toch gruwelijk slechte pulp uit dat filmgehucht. En dus woel je verder. Drijven je gedachten verder en verder af en geef je tenslotte ijlend de zeven wachters de kans zichzelf nader te verklaren.

Moi: “KutVerdeTyfusKloteRukReumaTarrelsKotsendeSchijtzooi. Waarom moet mij dit weer overkomen.”
1e Wachter (Gele ogen, overdreven beleefd. Voor een koortsdemoon): “Heeft u ook bier? We krijgen het redelijk warm van dat vuurtje en aangezien we er al een flinke werkdag op hebben zitten lusten wij, voor zover ik voor de rest van mijn kompanen mag spreken, best wel een goudgele koude rakker. Als het niet teveel moeite is”
2e Wachter (ruikt naar Zwitsal): “JAAAAA! Bierrrrrrrrr! Daar ga ik zo heerlijk van pissen! Yi-haaaa!”
Moi: “Shhht. Ik probeer te woelen. Waarom moeten jullie nou net mij hebben?”
1e Wachter: “Ach, welnu, dat zit zo. De afgelopen maand hebben we u met rust gelaten, terwijl wij alle kans hadden om u aan te pakken. Gij bent in de hele maand januari volgens mij ongeveer drie maal vóór middernacht gaan slapen. De rest van de tijd heeft u gefeest, elke vorm van maatschappelijke normen overschreden, onbedaarlijk veel geld uitgegeven en slecht gegeten. Ik bedoel: een week lang leven op bier, tosti’s en bitterballen getuigt nu niet echt van veel intelligentie. Wel leuk natuurlijk, maar laten we reëel zijn: u vroeg er wel een beetje om. En Red Bull is een duiveltje vermomd als de urine van engeltjes. Maar dat moet u voor zich houden. Als het u blieft.”
2e Wachter: “En toch lieten we je met rust! Zonde achteraf. Jammer ook.”

De 3e Wachter (tatoeage van een vishaakje op zijn linkerbil) gaat met zijn blote anus op mijn voorhoofd zitten en steekt van wal:
“Heerlijk, verse menselijke koortsdampen. Geen Turkse sauna die ertegen op kan. Daar gaan mijn poriën altijd lekker van open staan. Ik heb namelijk een beetje last van schrale huid, daaronder. Een biertje erbij zou inderdaad fantastisch zijn. Rolf, ga jij eens kijken waar de koelkast is!”

Moi: “Wie is…”

3e Wachter: “Rolf is wat jij de 6e Wachter (Rolf, BierHaalBitch) zult noemen. Die gast die nu met zijn hoofd in jouw koelkast hangt.”

Rolf: “Geen bier, alleen sapjes en andere laffe drankjes.”
3e Wachter: “Aaaah! Ik lust die vruchtenmeuk niet. Ik wil dronken worden! Dronken ben ik namelijk pas écht goed irritant, ik moet geïnspireerd worden. Die standaard koorts/ nachtmerrie/ maagkramp routine die ken ik nou wel. Ik wil het beste in mij naar boven brengen om jou een zo origineel en pijnlijk mogelijke koorts te bezorgen!”

Rolf: “Wokkels iemand?”

4e Wachter (demoon die mij om de minuut in mijn gezicht swaffelt): * pets * “Hahahaha!”
5e Wachter (vuistdiep in mijn dunne darm): “Wokkels zijn zó saai. Ik heb meer zin in iets warms. Iets heets. Zoek eens naar iets…”

In de verte klinkt een stem en een continu gebonk. Het geluid komt dichterbij en wordt luider en luider tot het een oorverdovend lawaai is.
Ik schrik gillend en gutsend van het koude zweet wakker en de demonen verdwijnen. Kreunend draai ik me op mijn zij en trek de dekens aan de kant. De kou is van Arctische proporties. Onmenselijk. Mijn voorhoofd ruikt naar blote billen.

Weer wordt er op de deur geklopt. Ik roep nog ‘momentje’ naar de klopper aan mijn deur en sta op.
Het moment dat ik rechtop sta schieten er zeven demonen van achter mijn bank vandaan. Gierend, bulderend van het lachen word ik gebodycheckt, waardoor ik dubbelklap en kokhalzend op de grond val. In een panisch-agressieve geluidsgolf denderen alle zeven over mij heen. ‘Stapelen!’ hoor ik links en rechts en voornamelijk bovenop mij. Ik zak telkens verder af, het diepe in. Nu weet ik het zeker, dit is geen droom, het is werkelijkheid. Ik ben aan het verdrinken in mijn eigen zweet, kilometers diep onder een oneindig lijkende massa demonen, happend naar adem. Mijn longen vullen zich met het vocht dat onophoudelijk over mij wordt uitgestort en hoe dieper ik ga, hoe warmer het wordt.
Dit is het einde…

Opeens is er een straaltje licht. Piepklein en behoorlijk ver weg nog. Wanneer ik mij meer concentreer op het licht zie ik een hand mijn kant uitreiken. Met alles wat ik in mij heb rek ik mijn arm en kom in contact met de hand. Het contact doet mijn hele lichaam sidderen en beven. Het trillen wordt zo heftig dat de demonen en het vocht om mij heen haar grip op mij lijken te verliezen, waardoor ik mij langzaam omhoog kan bewegen, richting het licht.
Met wrikken, draaien, krabben en huilen wurm ik me onder de gekte vandaan en beland in het licht.
Uitgeput kruip ik richting de deur. Op slot. Ook dat nog.
Ik vind de sleutel en draai het slot open. Als ik me omdraai zie ik dat de demonen nu écht zijn verdwenen.

Met tranen in mijn ogen van geluk trek ik de deur open en begin te ratelen:
Moi: “Oooh, wat goed dat je bent langsgekomen, ik ben zo vreselijk aan het ijlen, zooo ziek. Ik heb een sapje nodig, een koel fris opgemaakt bed, ik moet naar …”

Dan pas zie ik dat aan de andere kant van de deur, een bekend gezicht staat.
Dit gaat nog lang duren.

Rolf: “Hey jongens, zijn buren hadden nog een kratje, in ruil voor een jaartje geen ziekte!”
7e Wachter: “Moeten we ons daar echt aan houden?”
Rolf: “Mwah, alleen zolang we nuchter zijn.”
4e Wachter: * pets * “Hahahaha!”
7e Wachter: “Mooi! What comes before Part B?”
Allen in koor: “Part Aaaaaaaaaaaaaaa!”

En het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd.

dinsdag 10 februari 2009

Wie het kleine niet eert...

Alarmfase Uno.
Mijn piemel wordt kleiner. Ik zweer het, zoeven ging ik mijn blaas ontlasten en het werd een ware zoektocht in den onderbroek. In paniek rukte ik, in een poging een laag verder te komen, mijn riem aan stukken en viel mijn hippe zomerbroek op mijn enkels. Mijn God! Hij zit er nog, maar vraag niet hoe.

En uitgerekend vanavond! Slechts 24 uur resteren er tussen mijn geilheid en Rosa. Lieve Rosa. Verbouwereerd sta ik te kijken naar mijn erogene zone. In de wc van Rob nota bene. Ineens slaat de paniek toe. Die hippe zomerbroek had zijn hipheid mede te danken aan het feit dat hij zo lekker nonchalant wijd was. Te groot dus.
Angstig haal ik mijn broek weer omhoog en probeer hem om mijn heupen te laten hangen. Jammer, maar helaas. Een stap verder en hij ligt weer op de grond.
Gelukkig zitten er niet zestien mensen buiten die wc deur. Och ja, toch wel. Zijn ouders zitten er verdorie bij...

Wat een stom idee ook om naar dit kutfeestje te komen. Al drie uur lang zocht hij gezelschap bij zijn beste vriend. Een eenzame fles rode wijn.
Dit hele kutfeestje werd bezaaid door onverlaten die genoegen namen met goedkope flesjes bier. Van de buurtsuper verderop. Van dat bier waar je het eerste flesje alleen bezig bent om aan de smaak te wennen. Daarna gaat het wel en smaakt het gewoon als een A-merk. Effe doorbijten.
Een schamele fles rode wijn. En een kleine twintig minuten geleden was ie op. Overgestapt op zoete witte. Gatverdamme.

Er is een reden dat ik altijd goedkope prullaria als verjaardagskado geef, dat is omdat ik meestal geen waar voor mijn geld krijg.
Dus prijs ik de goedkope rotzooi die ik ze kado doe net zo aan als zij hun laffe hapjes: als een exclusief stukje gelukzaligheid, verpakt en gestrikt met liefde. Het bonnetje ben ik kwijt.

De beste feestjes zijn ook altijd de gratis feestjes, waar je geen kadoos hoeft mee te nemen en waar je slechts één persoon ook maar enigszins hoeft te kennen om binnen te komen, Vanaf dat moment is het doorgaans een kleine kunstje om jezelf in de buurt van de goede drank, hapjes en vrouwen te begeven. Op dat soort feestjes zijn er namelijk altijd mensen met bepaalde belangen en die kijken meestal niet op een piekie meer of minder. Hamsteren dus.

Maar van dat soort vrolijke bijeenkomsten tref je zelden en dus moet je af en toe naar dit soort waakdiensten gaan. Gewoon om je kop te laten zien. Bovendien wil je weer een kaartje met de kerst.
Maar dan is het altijd prettig om een normaal functionerende riem paraat te hebben en die heb ik dus niet.
Dus sta ik licht aangeschoten in de spiegel mezelf uit te lachen en bedenk me hoe ik zo nonchalant mogelijk het toilet ga verlaten.
Ik bedenk me ineens dat het maken van deze beslissing waarschijnlijk een stuk gemakkelijker zal verlopen als ik de hashsigaret die ik eerder die avond had klaargelikt om advies vraag. Dus zit ik een kleine minuut later met dichtgeklapte bril op het toilet.
Broek voor de vorm maar op mijn enkels, riem is toch stuk. Terwijl ik de nootachtige rook inadem besluit ik dat het helemaal geen slecht plan zou zijn om het feestje 'via de achterdeur' te ontglippen. (Ik schrijf hier via de achterdeur tussen aanhalingstekens, omdat het toilet direct naast de voordeur gelegen is en dus de voordeur een betere optie zou zijn. Ook omdat de achterdeur op het balkon
uitkomt. En om daar nou over heen te springen met een kapotte riem... Ik weet het niet.)

Als mijn informatie klopt zijn zowel mijn jas als tas rondom de kapstok gesitueerd en kan ik dus in een vloeiende beweging het gebouw verlaten, zodra het rokertje op is uiteraard.
Tevreden over mijn waterdichte plan blijf ik nog even uitpuffen op het toilet, totdat er op de deur gebonkt word.
Ik roep dat ik zit te schijten en ik hoor Rob's moeder zeggen dat ik rustig mijn tijd mag nemen. Alsof ik me ineens zou gaan haasten.
Het is op dat moment en het is vreemd dat ik het niet eerder heb opgemerkt, dat ik in de hoek van het toilet, tegen die kleffe witte tegeltjes een muntstuk zie liggen. Haastig om mij heen kijkend, alsof iemand anders me voor zou kunnen zijn, duik ik voorover om het muntstuk te bemachtigen. Ik ben blij als een kind.
Jammer is, dat daarbij mijn rokertje uit mijn handen valt en terecht komt in een ongedefinieerd plasje vocht op de grond.
Gedesillusioneerd krabbel ik overeind met beide waardevolle objecten in mijn handen. Het muntstuk verdwijnt al vlot in mijn borstzakje, maar mijn rokertje stelt mij voor een dilemma. Wat zou het plasje voor substanties behelzen?
Onder het mom van 'living on the edge' maak ik het natte deel droog door het onder mijn aansteker te houden en zet ik het rokertje terug aan mijn mond.
Het is pas na de eerste hijs, op het moment dat ik de grote rookwolk mijn longen voel betreden dat ik de urine door de hash heen proef.

Lieve leesvriendjes, geloof me als ik zeg dat er niets zo erg is als tegelijkertijd een aai over je bol te krijgen én met je broek op je enkels te staan kokhalzen. Zonder dollen. Geen pretje.
Ik krijg het voor elkaar om de oprispingen in de maag te houden en dat zie ik als de beste prestatie van die avond. Alhoewel tien minuten naar die takke-vriendin van laten we zeggen ChefErgOninteressant (CEO, hehe) luisteren, terwijl ze haar dagelijkse werkzaamheden probeerde uit te leggen ("...en dan doe ik een nietje door allebei de velletjes en de hoofdlijnen moet ik omcirkelen met een gele highlightstift..."), ook een Nobelprijs-waardige prestatie was.

Het laatste restje van de hasj sigaret gooi ik met urine-kots-smaak in mijn mond toch maar in de pot en ik spoel door.

Het is nu of nooit.

Ik draai het slot open en doe de deur op een kier. De gang is pikzwart. Voorzichtig draai ik de deur open en probeer zonder geluid te maken de kapstok te vinden. Als was het een wonder vind ik in no time mijn jas en vis mijn tas direct tussen de stapel uit (een felgele tas heeft zo zijn voordelen). Ik ben net bij de deur naar mijn stille aftocht, zonder genante broekvertoning, als de deur van de kamer opengaat.

Het is Rob. "Hey! Wat is dit? Ga je er vandoor zonder dag te zeggen? Ik heb verdorie net een prachtige fles witte Bladieblah (hij noemde een Frans merk, maar ik was er totaal niet met mijn hoofd bij, excuus daarvoor) gevonden!"
Ik weet bijna zeker dat het dat pak witte wijn is wat ik eerder in de kast zag staan op zoek naar een goede fles.
Wijn uit pak waar de houdbaarheidsdatum bijna overschreden was.
Ik drink liever een week lang olijfolie.

Dus daar sta ik, met een hand aan de deurklink en een hand om mijn broek omhoog te houden. Terwijl er van alles door mijn hoofd heen schiet, smoezen die ik kan bedenken om onder deze scene uit te komen, smoezen die ik kan bedenken voor de kapotte riem, de werkzame stof in hasj, nog meer smoezen, die helaas niet erg relevant zijn in dit soort situaties, besluit ik dat kerstkaarten ook weer niet zó belangrijk zijn en dat ik eigenlijk helemaal geen zin heb in dit soort feestjes.
Ik draai me om naar hem toe, vertel hem dat het een ontzettend kutfeestje is en dat de wijn niet te zuipen is.
Het is dit moment dat mijn lichaam aan de noodstop trekt en in de volgende seconde kots ik de hele gang en dan bedoel ik ook echt DE HELE GANG, inclusief de jassen en tassen van bijna alle aanwezigen onder en vergeet doordat ik bezig ben mijn lichamelijke 'agony' te verwerken, dat ik mijn broek behoor op te houden.

Van al het rumoer is de vriendin van Rob de gang in komen lopen om te kijken wat er toch aan de hand is. Zij loopt dus tegen een situatie aan waarbij een van haar gasten
met zijn broek op zijn enkels, de gang stinkend naar goedkope-wijn-brie-en-dito-olijfjes-kots, met een vleugje-hash-urine-en-schaamte-zweet, de hele gang heeft
ondergekotst, op zijn knieën met een brei braaksel rondom zijn mond zit te grinniken om de hele situatie. Wat zou u doen? Juist.

DeVriendin: "WAT IS HIER GEBEURD? WAT DE FUCK IS HIER GEBEURD?"
Moi: "Hehehehe, *hik*, hehehe, sorry joh. Zet dan ook niet van die goedkope rommel neer."

Ondertussen zit Rob duidelijk in een dilemma. Moet hij zich nu ook boos gaan maken? Moet hij beginnen met opruimen. Rost hij me de hele straat door?
Ik kreeg aan de hand van de telkens meer waanzinnig wordende blik in zijn ogen, de boosheid van zijn vriendin én de ondertussen toegestroomde andere gasten,
die schande spraken van wat ze zagen, het idee dat het 'door-de-straat-heen-rossen-idee' de uiteindelijke keuze zou worden. Dus deed ik wat elke zichzelf respecterende kotser cq partycrasher doet: ik klauterde omhoog door me met mijn vieze handen tegen het parelwitte behang af te zetten, veegde mijn mond af met een nog niet ondergekotste jas, stelde tevreden vast dat ik er zelf eigenlijk goed vanaf was gekomen, immers, mijn jas en tas waren nog schoon en bedankte hen voor hun gastvrijheid.

Onder een tirade van Rob, dia aan de andere kant van de kotsplas staat, open ik de deur met één hand (immers, mijn riem... ach jullie snappen het nu wel),ik wens hem een gelukkige voortzetting van zijn leven toe en loop de deur uit.
Toch een muntstukje rijker.

maandag 9 februari 2009

Track van de week - Week 7

In het kader van culturele vorming en andere kul, zal ik jullie elke week mijn smaak opdringen qua muzikale juweeltjes, heerlijke takkeherrie of een perfect uitgevoerd bitterzoet popliedje. Goede smaak gegarandeerd (imho).

Deze week een klassieker uit een prima jaar. Het nummer Golden Brown van The Stranglers, uitgebracht in 1981 (hét magische jaar). Waarom cultureel verantwoord hoor ik u klagen?
Welnu, het nummer wordt gespeeld in een charmante 13/8 maatsoort, gebruikt een klavecimbel als leidend instrument en het is een fantastische hommage aan de drug die voor het laatst hip was in de jaren ´80, heroïne.
En had ik al gezegd dat het een fantastisch goed nummer is?

Onlangs is het nummer nog gebruikt in de film Snatch van Guy Ritchie, in die fantastische boksscene waarin Brad Pitt na zijn ´warming up´ genoeg heeft aan één kaakslag om de gigant tegenover hem KO te slaan.

Eerst het volledige nummer met videoclip, daarna de bewuste scene uit Snatch.
Laat dit een goede muzikale les zijn, volgende week volgt er een overhoring.
Enjoy.

The Stranglers - Golden Brown


Mickey versus Georgous George.

Afdelingsborrel - de update.

In het kader van: ook een slecht georganiseerde afdelingsborrel met laf lauw bier en 3 mensen die (al dan niet verplicht) blijven rondhangen kan je zelf leuk maken, besloot ik dat het feestje wel een impuls kon gebruiken. Wat dat precies inhield zou ik along the way bepalen, belangrijk was in elk geval dat ik daarbij beneveld zou zijn. Dat leek op dat moment althans een goed idee. Damn my stupid idea´s!

Waar ik in eerste instantie als een malle blikjes onder de drie minuten probeerde te ledigen, moest ik dat tempo al gauw bijstellen naar vijf minuten en mijn meerdere erkennen in een collega. Dat zag ik niet helemaal aankomen.
Na een klein halfuur bereikte ik toch de eerste fase van het ´kansloos-dronkenschap-isme´ en begon ik dan al ook met een licht aangename dubbele tong te praten waardoor ik overdreven hard moest lachen om Katt Williams (ook nuchter zeer goed te doen trouwens).
Zoals gemeld waren er nog alleen maar gave types op de afdeling, die gezellig een biertje meedronken en lachend mijn slechter en slechter wordende toestand
aanschouwden.

De vraag was dan ook niet óf het zou misgaan, meer wanneer.
Welnu, er kwam een moment dat het mij een goed idee leek om te kijken hoe ver ik achterover kon leunen met mijn bureaustoel, waardoor ik zou balanceren op de 'achterste wieltjes'(<-disaster alert!!!) en ondertussen het volkslied zou proberen uit te beelden in mime. Eerlijk is eerlijk, het ging allemaal nog redelijk voorspoedig, maar bij de 3e strofe schoot het erin.

Topsporters zoals ondergetekende kennen dit principe al jaren en ik kon mijzelf achteraf wel voor de kop slaan dat ik er geen rekening mee had gehouden.
Het is een fenomeen dat nauwelijks goed in te schatten is, tenzij je het goed inschat. Elke beginnende wielrenner zonder dopingambities (haha, loser!) kent het
principe vanuit zijn/ haar debuut rondje-om-de-kerk of tour de France...
Ja, ik heb het over de hongerklop.

Als een duveltje uit het doosje schoot het in mijn pens, verlamde mijn gehele lichaam, waardoor ik mij verslikte in het stukje over de Spaanse bezetter en
als logisch gevolg mijn balans verloor en met een perfect uitgevoerde faceplant op de grond belandde. Nu is dit nog wel te overzien, maar ik ging dus ook echt out! Koekoek. Lampje uit. Einde oefening. Fin.

En dit lieve leesvriendjes, is waar de ware aard van zogeheten vrienden naar boven komt. Helpen ze je? Brengen ze je thuis? Tekenen ze piemels op je gezicht? Laten ze je liggen? Scheren ze je kaal? Bellen ze de security om je te laten verwijderen?

Of lachen ze een klein kwartier om wat ze zojuist hebben gezien, maken vervolgens kansloze reclame voor een lullig weblogje, slepen je tegen je zin het halve gebouw door, om je in de lift te plempen, deze naar de tiende verdieping te sturen en vervolgens huilend van het lachen, niet in staat een woord uit te brengen de security duidelijk maken dat ze 'een vreemd geluid hoorden op de tiende verdieping' en 'dat ze denken dat het een insluiper betreft'?

Wat denken jullie dat er is gebeurd?
*zucht*
De foto's:


Het begon zo onschuldig...


Dus ik maak een klappert van jewelste en het eerste wat collega 'X' roept is: "maak een foto! Da's leuk!"


Mooie close up met ongegeneerde reclame. Well done. Dat dan weer wel.


Jajaja. Nou heb ik het wel gezien. Is.. is dat bloed?!?


Gelukkig... Ze zijn zo slecht nog niet, ze brengen me naar huis.


Euhm...


WEL VERDOMME! DAT MEEN JE NIET!


OH IT´S ON BI-ATCHES!
Zodra ik het pand weer binnen mag komen sla ik genadeloos hard terug!

vrijdag 6 februari 2009

H.e.l.p.

Salute My Blog!

Help! Help! Heeeeeelp!

Help mij alsjeblieft om meer lezers voor mijn blog te strikken. Hieronder vinden jullie een prachtig gifje, enkel en alleen in elkaar geflanst met kantoorartikelen en mede mogelijk gemaakt door te veel vrije tijd en behulpzame collegae.
Ik ga proberen om elke werkdag in de middag een nieuw suf verhaaltje, kansloze ruzie, infantiele fotoreportage of zieke gedachtenkronkel het internet op te pompen. Dus bent u een zielige kantoorklerk met te veel vrije tijd, een niksnut van een student met te veel vrije tijd, werkloos - en dus alle tijd van de wereld - of vind je het gewoon leuk om andermans kansloze belevenissen te lezen, maak dan een google profieltje aan en wordt een volger/ vriendje/ buddy.
DO IT!
Heb je wel wat beters te doen met je tijd, maar ken je iemand die aan bovenstaand profiel voldoet, CTRL-C/ VTRL-V onderstaand gifje dan in een mailtje en stuur het naar al je Hyves/ MySpace/ Facebook/ MSN vriendjes.

Ik ben u alvast dankbaar. Biertje d'r bij. Het gaat weer een mooi weekend worden.
Salut.

EDIT 18.15: blogger.com werkt niet erg mee met het uploaden van animated gifjes. Ik ben al hard op weg om mijn doelstelling (dronken worden) te halen, dus dat komt later. Net als de fotoreportage van vanavond...

Mijn spannende leven pt. 3 - De Beste Wensen Wenser

12-01-09, ergens tussen Sodom en Gomorra

Vloekend en schuimbekkend ruk ik mijn blik van mijn beeldscherm weg, richting ‘DeBesteWensenWenser’.

Moi: (volledige tilt-modus) “Ga eens heel snel dood! Steek eens een BIC-pen in je oog. Snoep verstandig eet een handgranaat! Kop ook eens een aanstormende trein van het spoor. Gebruik je riem eens als bungeejumpkoord! Zwem eens 100 meter sprint onder het ijs door. Als je iemand pas op de twaalfde een goed nieuw jaar wenst, dan meen je het waarschijnlijk niet zo heel erg. Verdomme!” (Speeksel vliegt in vrolijke minuscule spettertjes richting beeldscherm. En niet alleen die van mij).
DBWW: “Euhm, maar…. “
Moi: “STEEEEERRRRRRRRRRRUUUUUUFFFFFF!”
DBWW: “Nee. Mijn vrouw zegt altijd al dat ik niet zo over me heen moet laten lopen. Je bekijkt het maar. Ik doe vandaag niet wat je zegt. Ik maak zelf wel uit wanneer ik iemand een goed nieuw jaar wens. IK HEB EEN EIGEN MENING! ”

Dat is de druppel.

Ik pak mijn kettingzaag uit mijn opbergbureaublok (ligt naast de nietmachine), trek aan de startkabel en spring op mijn bureau. Met Eén hand vrij ruk ik in 21 soepele bewegingen mijn t-shirt doormidden, beklad mijn gezicht met een whiteboardmarker in de traditionele oorlogskleuren en schreeuw met de ronkende kettingzaag boven mijn hoofd:

Moi: “RESPECT MAH ATORIETAAAAAAA! Over je heen lopen? Dat is meestal pas het 4e bedrijf. De eerste drie bedrijven ga ik je het één en ander bijbrengen over PIJN! Moehahahaha!”

Vervolgens maak ik halve oerwoudgeluiden en – om meer impact te maken en angst aan te jagen – doe ik er, nog steeds heftig springend op mijn bureau, een soort dans bij die iedereen waarschijnlijk het meest aan een (nóg meer) homosexueel getinte Riverdance doet denken.
In een katachtige sprong, waarbij mijn ronkende kettingzaag ongewenst mijn overbuufcollega een kopje kleiner maakt (<- whahahahahaha) (Moi: “Sorry!”), sta ik voor DBWW’s neus, geef er een kusje op en zaag hem vervolgens helemaal aan stukken. Voordat ik uitgeput weer achter mijn beeldscherm plaatsneem loop ik nog een paar keer over het stoffelijke overschot van DBWW, terwijl ik zijn vrouw telefonisch op de hoogte stel van zijn laatste woorden. Dit onder luid gejuich van andere, vrij angstig kijkende, collegae.

10 minuten eerder.

Maandagochtend, het is ongeveer ‘kwart voor veel te vroeg om uit bed te zijn gerold’ en mijn collega doet redelijk lang over het bezorgen van mijn koffie. Verdomme.
Aan de andere kant van mijn afdeling staat een groepje raar sprekende vijftigers overdreven wakker het weekend door te nemen. Met een tongval die het meest lijkt op een VrijStonedeBertVisscher (VSBV) in gesprek met DeVaderVanKlaas-JanHuntelaar (DVVKJH) vertellen zij in geuren en kleuren hoe bijster interessant hun sippe leven het afgelopen weekend was.

VSBV: “Dus ik bin zaterdág heurlijk vroegh op gestoan. Veur dág ’n dauw ut kroakende ijs opgegleeju.”
DVVKJH: “Joa, kston’ er zoaterd’g euk weer’ns vroeg noast. Moedur du vroow tukte n’g rustug ve-der. Moar ik verveulde m’n in mijne drömen. Benk moar sjekkies goan draoien. Lachu joh.”
VSBV: ”Ken ut. Die von mèène ken oak niemeer vroeg d’r eut. Doarom wask zeu blij dát ut íjzulde. Lekkur du ijzurs ondergebonduh. Kom ‘k bij du koek enne soapie hut, ‘k nèèm ju nie in du moaling, ze hadd’n allus: broadje bál, broadje poaling, snert, koekuh…”

Het was rond deze opsomming, die nog een goede minuut zou aanhouden dat ik besloot mijn mega grote koptelefoon op mijn gepijnigde hoofd te plaatsen, teneinde in een rustige omgeving de benodigde cafeïne te kunnen nuttigen.
Het groepje olijke half-boeren groeide naar vier man en werkelijk iedereen had een schaats- gladheid- of ditokutverhaal.

Vooruit, nog ééntje dan. Eén van de nieuw protagonisten heet, laten we zeggen, DeManDieNietSnaptDatNietElkTelefoonGesprekHandsFreeGebeldHoeftTeWordenTotAfgrijzenEnZwareIrritatieVanIedereenInEenMobieleHonderdMeterRadius (euhm… DICKHEAD afgekort). Hij staat er een beetje van been op been te hinken en ziet in een hele korte stilte in de KoekEnSopieOpsomming, kans om het verhaal af te kappen en zijn eigen geweldige anekdote af te steken.

DICKHEAD: (volume maximaal) “Ik was aan het fietsen, gewoon, recht vooruit. Twee handen aan het stuur, toen ik bij het kruispunt bij ons in de buurt aankwam, die met de Aldi op de hoek, naast de brievenbus. Komt er een auto aan, dus ik remmen, glijd mijn achterwiel zomaar weg!”
VSBV: “… … …”
DVVKJH: ”Zow joh! En da’ me’ ijzul. Da’ verwach’ ju nie’.” (boer’n humor. Hilarisch)
VSBV: “… … …”

Up comes DBWW.
DICKHEAD: (volume maximaal) “… hele broek onder de sneeuw. En met mijn hoofd midden in een verse b…”
DBWW: “De beste wensen allemaal!”
VSBV: “Zôw, die isser vroag bij. Whoehahaha” *handjes met DBWW schudt*
DVVKJH: “Haha, zalig Poasen! Haha.” *handjes met DBWW schudt en amicaal schouderklopje uitdeelt*
DICKHEAD: “ ….olus. Ha! Ouwe Euroknaller, haha! De beste wensen pik!” *genegeerd wordt*
DBWW: “Tja jongens, het is wat hè? Alweer een jaar voorbij, eigenlijk mag ik jullie niet eens meer de beste wensen wensen, want het is al Drie Koningen geweest. Daarna…”

Vloekend en schuimbekkend ruk ik mijn blik van mijn beeldscherm weg, richting ‘DeBesteWensenWenser’.

Moi: “Zucht.”
Ik zet de muziek harder, sluit mijn ogen en fantaseer er lekker op los. Iets met kettingzagen.


ps. De beste wensen allemaal.

donderdag 5 februari 2009

Toilet Wars - the beginning

Welkom bij het nieuwe onzinsegment ‘Toilet Wars’.

Een kleine voorgeschiedenis.
Een aantal weken geleden, zo rond 10 uur in de veel te vroege ochtend, besloot ik in het kader van routine mijn krant mee te nemen naar mijn favoriete spot binnen KPN: de toiletten.
Echter, tot mijn grote verbijstering, waren beide toiletten bezet en aan de geluiden die ik kon waarnemen uit de donkere hokjes, kon het nog even duren. En om nou in de dampen van iemands pas gebreide wollen trui te gaan zitten om zelf rustig het sportnieuws door te nemen, vond ik iets te veel van het goede.

Dus stelde ik mijzelf voor een uitdaging. Ik besloot in te stappen in de lift en pas weer uit te stappen als iemand anders een verdieping had gekozen. Ikzelf zou dus niet op de knopjes drukken (<- hahahaha, drukken). Dus ik sommeerde de lift, stapte in en liet de deuren sluiten. Helaas neemt waarschijnlijk iedereen de trap tegenwoordig, want het duurde zeker drie minuten tot de lift door een andere KPN-loonslaaf werd gesommeerd. We kwamen uit op de begane grond, ik begroette de veel te dikke manager, stelde al navelstarend tevreden vast dat ik goed op weg was een succesvolle manager te worden en wachtte in spanning af op welke verdieping we zouden stoppen. We gingen een goed eind omhoog en stopten op de * weggecensureerd ivm privacy en veiligheid van de verdieping * verdieping.

Ik stapte uit, spurtte zonder poeha de lift uit en recht op mijn doel af. Twee fonkelende, schone manager toiletten, z.g.a.n., nauwelijks gebruikt. Even sloeg de twijfel toe, immers links of rechts, wil ik richting Amsterdam schijten, of toch liever richting Barneveld?
Om redenen die ik liever voor mijzelf houd, besloot ik voor het rechter toilet te gaan.
Ik ging zitten, opende de krant en ontspande.

De magische uitwerking (<- moehahahahaha) van die twintig minuten die ik daar gemiddeld doorbreng (soms neem ik wat te drinken mee) zijn onbetaalbaar. Er is geen ‘feelgood kuur’, zelfhulpgoeroe of LOST aflevering die mij dezelfde sensatie geeft als de pure serene rust en mijn eigen lucht. Het is een soort tijdmachine waar je in terecht komt, immers vaak besef je daar, wanneer je helemaal op jezelf bent aangewezen pas wat je de avond daarvoor hebt gegeten, gezopen of überhaupt hebt gedaan.

Voorbeeldje: onlangs zat ik wél op mijn eigen toilet en knalde ik er een kant-en-klare mesthoop uit en terwijl ik daar zat na te marineren rook ik ineens de enchiladas die ik de avond daarvoor had klaargemaakt. Dat gaf me niet alleen een glimlach op mijn gezicht door de warme herinnering aan de avond ervoor, ik kreeg ook gelijk weer honger. Top!

Ander voorbeeldje: vanmorgen waren mijn korrels zó hard, dat ik bijna een barst in de pot poepte en toen ik me omdraaide om te kijken, zag ik tot mijn eigen genoegdoening dat ze zo zwart als het salaris van de gemiddelde Pool (ja, ik heb het over die blubberkont) waren.

Maar we dwalen af.
Toen ik dus op afdeling x klaar was met mijn twintig minuten routine, draaide ik mij om om mijn prestatie te aanschouwen, maar kon ik helaas alleen naar het briefje dat boven het spoelpaneel hing kijken.
Het was het volgende berichtje:



Leuk, aardig, maar toch had ik het gevoel dat ik in mijn privacy was aangetast. Alsof er iemand buiten de deur stond om te controleren of ik wel écht de pot schoon had achtergelaten. Ik heb daar de rest van de middag goed over nagedacht en het nodige onderzoek naar gedaan (lees: onzinnig gegoogled) en ben tot de conclusie gekomen dat je af en toe moet laten zien dat je het niet pikt, dat je ballen hebt!
Dus mijn eerste idee was om midden op de afdeling mijn ballen te tonen, maar al snel besloot ik dat dat waarschijnlijk niet de beste optie was.

Wat dan wel? Hoor ik jullie met mij meedenken. Welnu, het is vrij simpel. Mijn plan was om de privacy-inbreuk-plegende-briefje-met-bijdehande-tekst-plakkende-afdelings-lul met zijn eigen wapens te bestrijden. Snoeihard terugmeppen in de enige taal die die persoon snapt, de enige manier van communicatie die deze sick bastard begrijpt…
Ik zou een eigen briefje ophangen.
Vandaag is de dag gekomen dat ik snoeihard heb teruggeslagen. In een blitzactie waar een goed opgeleid SWAT team zich niet voor zou schamen heb ik de afdeling betreden en mijn eigen antwoord, provocatie zo u wil, achtergelaten en heb ongemerkt de afdeling weer kunnen verlaten.

Ongetwijfeld zullen er represailles volgen, het antwoord kan nauwelijks lang achterblijven lijkt me.
Onthoud dit goed, ik doe dit niet voor mijzelf, ik doe het voor alle mensen die schijten. Ik doe het voor jullie.
Dus, smerige briefjesplakkert, the ball is in your court.






Het DNAapje.

woensdag 4 februari 2009

Mijn spannende leven pt. 2 - De Spiegel

De spiegel is niet meer.
Na slechts een kleine week de muur van mijn trapportaal te hebben opgevrolijkt kwam het gevaarte (ca 2x1,5 meter) midden in de nacht met veel gevoel voor theater en dramatiek naar beneden zetten. Stortte uit eigen overtuiging het trapgat in. Op naar de duizend kleine stukjes. Op naar een lege lijst.

We schrijven woensdagochtend, zo rond 01.00. Omdat ik net twee weken vakantie heb gehad en na de eerste dag terug op het werk de slaap nog niet direct kan vatten, lig ik op de bank te loeren naar de BBC, die het WK uitzendt voor mensen met grote buikomvang en een onnatuurlijk talent om kleine pijltjes in een nog kleiner vakje te gooien. Darts is in mijn optiek hét bewijs dat je niets hoeft te kunnen om toch succesvol te worden en om een zaal mensen jouw naam te laten scanderen. Je hoeft alleen een paar jaar een kansloos kluizenaarsbestaan te lijden en dag in dag uit ‘trainen’ op je sippe zolderkamertje.

Op zo’n zelfde sippe zolderkamertje (zonder dartboard, eerlijk waar) lag ik mijzelf dus de tering te vervelen en zodoende werd een fles Chardonnay mijn voornaamste gesprekspartner. Op het hoogtepunt van ons diepte interview (<- hahaha) besloot de spiegel in de hal de buurt eens even lekker wakker te houden.
Met een kabaal dat zeker een halve minuut aanhield donderde het ding naar beneden.
Nu weet ik niet of er mensen zijn die vroeger net als ik benieuwd waren wat er zou gebeuren als je de servieskast van oma zou kantelen, maar dit was het exacte geluid.
Alsof plank voor plank een enorme stapel borden los van elkaar de grond raakt op de marmeren keukenvloer. Alsof de glazen piramide die voor het Louvre staat in elkaar sodemieterde en dat dan uitversterkt.

Dit hele gebeuren trok op zijn minst mijn aandacht. Avontuurlijk ingesteld als ik ben schoot ik in mijn PandaPantoffels, goot het laatste beetje Chardonnay vanuit de fles linea recta in ondergetekende en sprintte de gang op. Op mijn vrolijke 3e verdieping heerste een serene rust en leek er niets stuk. Nu schoot ook mijn overbuurman, laten we hem LangeOverBuurman (LOB) noemen, zijn kamer uit.

Moi: “Hey! Ben je ook wakker?”
LOB: “Ja man, dat lawaai.”
Moi: “Och, dat lawaai ja. Mooie boxer.”

Ik liep een verdieping omlaag terwijl LangeOverBuurman een broek aantrok. De overloop zelf was schadevrij, echter de trap omlaag lag bezaaid met glas, splinters, glassplinters en een grote massieve (nu lege) spiegellijst. Mijn reactie was er één die je zou verwachten van een zelfvoldane stoner nadat hij op Animal Planet de paringsdans van de Waterjuffer heeft aanschouwd.

Moi: “Wow… Ik bedoel, wow! What the fuck man!? Tering, wow. Wooooooow. Poep in mijn oksels en noem me Lucy. Neuk een eend wat is hier gebeurd? Wow!
Mooie boxer.“

Inmiddels was namelijk ook de BenedenBuurmanVanOngeveerMijnLengte (BBVOML) zijn kamer uitgelopen. Toen hij de schade voor zijn slaapkamerdeur zag besloot hij ook dat het verstandig zou zijn eerst een broek aan te trekken.

Nadat ook de MiddenVerdiepingBuurvrouwBijWieIkOoitWaterschadeHebVeroorzaakt (MVBBWIOWHV) uit haar bedje gekomen was (Moi: “Mooie broek. Kut...”) en ik inmiddels weer volledige zinnen kon uitkramen, in plaats van het toch redelijk toepasselijke “Wow”, begonnen we de hele trap tree voor tree te ontdoen van het stoffelijke overschot van de spiegel.

Nu weet ik niet of jullie ooit met een fles wijn in den mik hebben geprobeerd een met glas bezaaide trap schoon te maken, het is in elk geval een garantie voor hilariteit (Hilarity ensues, voor de kenner).

Moi: “Huh? Waarom dragen jullie allemaal schoenen?”
BBVOML: “Omdat er overal glas ligt, anders ga je er nog in…”
Moi: “AAAAAAAAH! FUCKING HELL! IK BEN NET IN GLAS GAAN STAAN!”
BBVOML: “…staan.”

even later:
Moi: “Zou je dit nog kunnen maken?”
BBVOML: “… … …”
MVBBWIOWHV: “… … …”
LOB: “… … …”

MVBBWIOWHV: “Hoe denken jullie dat dit is gebeurd?”
LOB: “Ik weet het niet, ik denk dat het touwtje is gebroken, of misschien is de plug losgeraakt, of misschien…”
Moi: “Ik denk dat het iets met zwaartekracht heeft te maken.”
LOB: “… … …”

Nadat we de hele trap hadden leeggeruimd en de trap en hal nog nooit zo schoon waren omdat we ook als een malle hadden lopen stofzuigen (ik tilde zelfs de grote stapel folders aan de kant! Nog nooit gedaan.) besloten we dat 01.45 op een woensdagochtend een prima tijd was om het bedje cq volgende fles Chardonnay op te zoeken.

En zo proostte ik rond tweeën op het prachtige bestaan van een zeer gewaardeerd meubelstuk welke een week lang in onze hal had gehangen. Ik nam de tijd om de lange lijst glorieuze momenten aan te halen, sprak een aantal keren met tranen in mijn ogen “opdat wij niet zullen vergeten” en bleef bij elk nieuw glas dat ik inschonk proosten op de spiegel, die goede ouwe spiegel. Ergens heb ik altijd een stukje van mezelf in dat ding gezien.

Elk kutexcuus om de hele nacht te drinken is er één.

Voetnoot: Zo rond 04.45 klopte MVBBWIOWHV bij mij aan.
MVBBWIOWHV: “Zou je ALS-JE-BLIEFT willen ophouden met je liedjes over de spiegel? Ik hoor dat kreng liever nog een keer naar beneden donderen dan jouw gelal nog een seconde aan te moeten horen.
Moi: “Ja hoor, geen probleem buuf. Mooie boxer.”

dinsdag 3 februari 2009

Mijn spannende leven pt. 1 - Lunch

*tromgeroffel* PRESENTING… THE ALL NEW SEGMENT OF BOREDOM…

Mijn spannende leven part 1

Dit verhaal speelt zich af tussen 13.15 en 13.25 08-01-‘09

Kijk, ik snap dat als je Eurest dame bent en je enige taak op een dag is in een ‘window’ van 2,5 uur te zorgen dat de lunch in de kantine soepel verloopt, dat je dit zo serieus as possible neemt. Dus je fifoot de melk, zorgt dat er genoeg bestek te vinden is voor de klanten en houdt in de gaten dat het afrekenen ordentelijk en soepel verloopt.
Nu wil het geval dat ik altijd tussen 13.00 en 13.30 naar beneden sprint om nog een lekker soepje, broodje en sapje naar binnen te knallen. Elke dag maakt deze vriendelijke knul een klein babbeltje met KrokettenMeisje, HoofdLegeDienbladenAfruimer en die HoofdEurestMuts (wordt in het vervolg HEM genoemd).

Elke dag hetzelfde liedje:

Moi, zoekend naar de juiste scancodes op het scanbord en resumerend het aantal artikelen tellen. Binnen 2 seconden:
HEM: “Lukt het? Kun je alles vinden?”
Moi: *zuchtend* “ja hoor, ik probeer alleen zeker te zijn dat ik alles heb gescand.”
HEM: “Ok, anders wil ik je wel helpen.”
Moi: opzichtig wegkijkend en intern vloekend “dank je wel”

Vandaag. Zelfde routine, babbeltje hier, broodje oppikken daar, vooruit ik verwen mezelf, een erwtensoepje dabei. Smullen.
Ik moet erbij vertellen dat de hele kantineruimte leeg was, ik was er zo rond 13.15. HEM ziet mij lopen, ik groet vriendelijk, zij sprint weg om een belangrijk sapje te verplaatsen ofzo en ik begin mijn lunch samen te stellen.
Ik ben klaar, loop richting de ‘tjekoutbalie’ en begin te scannen. Als een duveltje uit een doosje staat ze naast me:

HEM: “Lukt het? Kun je alles vinden?”
Moi: *zuchtend* “ja hoor, ik probeer alleen zeker te zijn dat ik alles heb gescand.”
HEM: “Ok, anders wil ik je wel helpen.”
Moi: opzichtig wegkijkend en intern vloekend “dank je wel”

Daar leek voor mij de kous en ons dagelijkse routine stukje mee af. Maar neen! Zij had een verassing voor mij in petto. Vanuit haar dode hoek, zegt ze terwijl ik mijn bruine boterhammetjes scan:

Hem: “Je mag dat andere brood gebruiken.”
Moi: vol onbegrip in mijn ogen “Euhm… wat?”
HEM: “Dat andere brood, het is luxebrood.”
Moi: kijkt naar brood en ziet een doorsneetje (<-hahaha) brood: “Maar… dit is normaal brood! Dit eet ik elke dag.”
HEM: uitvoerig met haar worstenvingers aan mijn brood voelend “Nee hoor, kijk maar, er zit een nootje op.”
Moi: … … …

(voor de duidelijkheid: 1 van de 2 sneetjes bleek een nootje erbij te hebben, die volgens mij ook gewoon per ongeluk op dat sneetje terecht was gekomen.)

Moi: na een moment stilte “ok, dan scan ik dat andere gebeuren, hoe haal ik deze broodjes weg?”
HEM: “Kom nou, je komt hier elke dag! Dat weet je toch wel?”

Op dit moment stond ik op het punt die hele kassa overmidden te breken, helaas heb ik daar de kracht niet voor en dus sis ik beheerst:

Moi: “Zeg, haal alsjeblieft die broodjes weg, ik weet niet hoe dat moet en mijn soep wordt koud, ik dacht dat ik de correcte broodjes had, maar dat is niet zo. Ik wil eten, sommige mensen moeten zo weer aan de slag” (<- ik niet, maar weet zij veel.)
HEM: met het vuur dat uit haar ogen schoot had ik mijn luxe broodjes kunnen roosteren, maar hier dacht ik op dat moment niet aan “Zo, en nu die scannen!”

Dus ik scan de luxe broodjes… 3 cent duurder die krengen…

*zucht* dit is het spannendste dat ik vandaag ga meemaken.
____
Edit 04-02-09: Dit deel kreeg een soort van vervolg, vandaar....

Mijn spannende leven part 1,5

Ze hebben nu ook besloten dat je zelf je rotzooi in een prullenbak moet gooien en dat je je bestek al moet uitsorteren in een geel bakje. Hangt op een officieel briefje bij de ‘lopende band’.
Ik kom daar dus aan, geen prullenbak. Ik roep HoofdLegeDienbladenAfruimer (HLDA) bij me vanuit de keuken en wijs haar op het ontbreken van een prullenbak. Levert het volgende vrolijke gesprek op:

Moi: “Hoi, sorry dat ik stoor, maar er staat hier geen prullenbak. Nu wil het wel op de grond gooien, maar volgens mij wordt dat niet erg gewaardeerd.”
HLDA: “Oh. Oh. Euhm. Tja.”

Ik kijk de spoelkeuken in en zie, naast 4 (!) Euresters de prullenbak een meter achter haar staan.

Moi: “Hey die prullenbak staat daar”
HLDA: “Ja, maar euhm… laat maar.”
Moi: “Huh? Kan ik de rotzooi er dus gewoon op laten liggen?”
HLDA: “Ja hoor, voor deze keer wel, de volgende keer gewoon zelf afruimen.”
Moi: “Ja ik kan me wel voorstellen dat je én het uitsorteren én de rommel weggooien én de locatie van de prullenbak vaststellen iets te hoog gegrepen is voor 5 Eurest dames.”

Dit keer had ik een broodje bij de hand en kon ik deze lekker roosteren met het vuur uit haar ogen.

Disclaimer

Niets van wat ik hier op ‘Drunks and Fools’ opschrijf is waar. Alles, maar dan ook alles is uit mijn duim gezogen. Zelfs de delen waarvan men vermoedt dat het is gebaseerd op ware gebeurtenissen of ook maar enigszins schuurt aan de realiteit, zijn verzonnen. Mensen die zich in de beschreven karakters of uitspraken herkennen vinden zichzelf of te belangrijk of zitten aan de drugs. In beide gevallen zie ik uw reacties graag tegemoet. Er moet immers ook gelachen worden. Mocht iemand zich aangesproken of op de één of andere manier beledigd voelen door mijn kansloze letterbraaksels: rot dan op. Wat doe je hier nog? Ga buitenspelen.

Mijn absolute waarheid is fictie. Net als die van u.

Tegelijkertijd is alles waar. Gewoon omdat ik het zeg.