vrijdag 28 augustus 2009

Ik wil ook een Aluhoedje (2)

Omdat je, wanneer je in je zoekmachine de term "conspiracy" intoetst, zou kunnen schrikken van de talloze mogelijkheden die er zijn om op 21-12-2012 de pijp uit te gaan, nooit meer naar de hemel zou kunnen staren zonder te denken 'hey! is dat een chemtrail?' en nooit meer een dollar in je handen zou kunnen hebben, zonder deze op te vouwen op zo'n manier dat het lijkt alsof je de twin towers in brand ziet staan, scan ik deze mindfucks voordat ik ze aan jullie tere televisie-generatie-oogjes voorleg.

En dan stuit je vaak alsnog op vreemd beeldmateriaal, slecht beeldmateriaal of gewoon freaky coïncidental(?) shit.
Zo ook in het onderstaande filmpje. Het is een fragment uit The Lone Gunmen, een spin off van The X-files. In The Lone Gunmen volg je de drie computernerd-types uit het origineel tijdens hun zoektochten naar de waarheid. Ik heb de serie maar half meegekregen, omdat ik er eigenlijk niet heel veel aan vond, maar ik ga de serie binnenkort een tweede kans geven. Ik kijk immers nog niet genoeg series.

Opmerkelijk is dat de gewraakte aflevering, de Pilot, werd uitgezonden in maart van het jaar 2001. Een kleine zes maanden vóór 9/11. Niet vreemd dan ook dat alu hoedjes over de hele wereld dit zien als hét ultieme bewijs dat er niet alleen een overkoepelende wereld regering achter de schermen aan de touwtjes trekt, maar dat deze elite ook graag opschept over haar (geplande) acties.
In elk geval, bekijk het filmpje op je gemak, download de hele serie hierrr en laat me weten wat jouw mening is: toeval of sadistische precisie?

woensdag 26 augustus 2009

The Budapest Chronicles - Big Cojones

Ik probeer me minimaal in te spannen. Alleen mijn armen bewegen, om te zorgen dat ik blijf drijven. Alleen mijn tenen en de voorzijde van mijn gelaat steken nog boven het water uit. Om te ademen.
Rondom mij spetteren en plonzen de overduidelijke toeristen blij terwijl ze elkaars aandacht verlangen door hysterisch naar elkaar te gillen bij elke stap die ze zetten. Vooral de roedel bronstige Italianen is om gek van te worden. Eerst was het er maar een. Terwijl ik mijn ogen sloot, voor een periode die niet langer dan tien seconden kan zijn geweest, had die ene Italiaan zich opgedeeld in andere eencellige wezens en na het nodige celdelen was binnen de kortste keren de roedel ontstaan. En dat dus in tien seconden. Nu zorgen ze ervoor dat iedereen ze opmerkt. Door voorgenoemd lawaai maken, maar ook door hun gezonde natuurlijke huidskleur, perfect getrimde borstkast en strakke Speedo broekjes in bonte kleuren. Ze zijn op jacht. Wanneer er een potentieel slachtoffer wordt herkend, scheidt een van de Italianen een bepaald soort geur af, waarop de rest van de roedel begint te schuimbekken, fluiten, grommen en ze allen de adem zo lang mogelijk inhouden terwijl ze hun hoekige borstkassen naar voren duwen. Vervolgens omsingelen ze de dame en beginnen ongegeneerd en onafgebroken de plus en de minpunten van de dame te bespreken. Een oordeel gevolgd door een instemmend fluiten is goed nieuws voor de dame, dan bevalt het de groep. Als men het er niet eens is met de onvoorwaardelijke schoonheid van de dame, volgen er veel heftige armbewegingen, voornamelijk aan elkaar gericht.
Ik vind het hele ritueel nogal aandoenlijk eerlijk gezegd. Ik heb de jongens in elk geval nog niet één dag in het zwembad een verse Hongaarse zien scoren.

Want daar ben ik dus. Boedapest. Twee weken lang 37 graden. Dus lig ik elke dag te dobberen overdag en me ’s avonds vol te vreten aan de locale cuisine. Ze hebben hier namelijk hele andere broodjes bij de McDonalds! Weet je hoe ze hier bijvoorbeeld een Quarter Pounder noemen? A Royal with cheese! It’s the little things…
Maar wat kun je ook anders doen met 37 graden? Ik leer de avond voordat we terug reizen het toeristengidsje wel uit mijn hoofd, voor het geval men mij vraagt hoe de musea en de architectuur was. Maar om nu zelf door de stad te gaan sjokken is onmenselijk.
Nee, ik lig hier prima. Alleen jammer van al die mensen.

Ik word onderwater geduwd door twee sterke handen. Terwijl ik me onderwater uit de grip van de handen wurm, bedenk ik op welke wijze ik de penis die mij onderduwt zal doden. Iets met organen waarschijnlijk.
Ik kom happend naar adem boven en zie dat het één van mijn reiskompanen is. Ik slik mijn woede in en zeg met trillende handen beheerst: ‘What the fuck gast? Ik lag net lekker te relaxen.’
Hein: ‘Ok, ik denk ik meld even aan je dat we de binnenbaden gaan doorlopen. Misschien wil je mee.’

Ik wil hem nog steeds aanvliegen voor het verpesten van mijn ultieme zen momentje, maar besef me dat hij de persoon is die mij nog moet terugrijden naar Nederland. Mijn wraak zal even moeten wachten. Note to self: ik sloop later zijn parkeersensoren wel van zijn auto.
Ik bevestig mijn interesse om het binnenbaden traject gezamenlijk door te lopen en loop achter Hein aan het bad uit en richting ingang van het Thermale badhuis. Rambo en Lucas, the ultimate K1 fighter Champion staan daar al op ons te wachten.

‘Oh, ik heb er weer zin in! In die terminale baden!’, zegt Rambo met zijn dikke lip.
‘Ik heb eigenlijk wel zin in een biertje.’ Zegt Lucas tegen niemand in het algemeen. Dit doet hij wel vaker, voornamelijk ’s nachts. Wanneer iedereen slaapt. Ik vermoed dat Lucas een vroeg rijpe alcoholist wordt. Of is.
‘Jeetje. Hoe lang hebben ze nog?’ Vraag ik.
Lucas kijkt mij niet begrijpend aan en kijkt dan weer verlekkerd in het niets.
‘Waar heb jíj het nou weer over?’ vraagt Hein zonder echt veel interesse te tonen. Hij houdt er gewoon niet van als er iets gezegd wordt en hij niet precies weet wát ermee bedoeld wordt.
‘Die baden, hoe lang hebben ze nog?’
Rambo: ‘Ze sluiten pas om tien uur, dus we hebben nog zat tijd…’
Hein: ‘Och laat maar. Hij neemt je in de zeik Rambo, omdat je terminale baden zei in plaats van Thermale Baden. Vind ‘ie leuk.’
Rambo haalt zijn schouders op en loopt de eerste van een reeks ernstig zieke baden in.

Ik ben nu enigszins geïrriteerd. Ik had de rest van de middag slinkse grappen willen maken over de medische toestand van het bad. Nu die mogelijkheid mij snoeihard door de neus is geboord rest mij nog enkel de mogelijkheid om als een alligator weg te zakken in een of ander ‘hoge sulfer concentratie bad’ en zo te gaan liggen loeren op het voorbij stromende vrouwelijke schoon. En dat is al een dagtaak an sich.
In totaal ben ik deze vakantie al vierentwintig maal verliefd geworden. Daar moet ik bij melden dat er één twijfelgeval tussen zit. Ik denk dat mijn fascinatie annex verliefdheidvoor het meisje dat letterlijk krom loopt door haar exorbitant grote borsten (ik denk serieus dat haar maat niet met ons lettersysteem is aan te duiden) vooral iets te maken heeft met het feit dat ze de helft van één van haar benen mist. Dat kan ook bijdragen aan dat kromlopen natuurlijk. Maar volgens mij ligt het aan haar borsten. In elk geval, ik denk dat dat het stukje ontdekkingsreiziger in mij is. To baldly go where only a handfull of men have gone before. Or so I hope.

Rambo spettert water mijn kant uit om aan te geven dat we een kuurbad verder lopen.
Ik denk er net op tijd aan om mijn adem in te houden wanneer ik mij uit het badje hijs en kijk daarbij met mijn slinkse ‘You like?’-blik nog even op zij naar de anderhalfbenige Hongaarse Cup %--% (<- nieuwe maataanduiding), maar zij is net even afgeleid. Door een groep bronstige Italianen.
Verdomme.

Het volgende badje is een diepgroen badje waar volgens mij mensen in horen te revalideren. In vergelijking met het vorige badje is deze variant ijskoud. Om een voor mij volslagen onduidelijke reden zit er een badmeester, overigens een dead ringer voor Ziigmund (degenerate pokerheld), in de hoek van de ruimte behoorlijk verveeld voor zich uit te kijken.
Na een tijdje wordt duidelijk waarom. Om de tien minuten gaat er een laffe onderwater stroming aan, waardoor de tien aanwezige badgasten kirrend van geluk in een rondje draaien. En dat is gevaarlijk. Mijn elleboog raakt namelijk nagenoeg iedereen die mij probeert in te halen en zo heeft Ziigmund ook wat te doen. Want bloed in het groene badje. Dat ziet er niet uit natuurlijk.
Hij springt nu op uit zijn Körver tuinstoel en begint heftig naar iedereen in het bad te schreeuwen in het Hongaars. Ik besluit dat hij het dus niet tegen mij kan hebben en trek me er dan ook niets van aan. Wanneer ik uiteindelijk de enige persoon in het badje ben, omdat de rest kennelijk Hongaars spreekt, rent Ziigmund de badmeester om het zwembadje heen, om mij bij te kunnen houden, terwijl hij tegen me blijft schreeuwen.
Hij is een beetje rood aangelopen (lol) en roept nu enkel ‘OUT!’.
Dat begrijp ik wel, dus vervolg ik mokkend mijn route naar het volgende badje, waar mijn reiskompanen al uitgebreid genieten met veel ‘oeh’s’ en ‘ah’s’.

Ik spring er bij en zie enkele mensen verzorgd worden aan hun wenkbrauw en/ of neus. Tevreden kijk ik naar mijn creaties en laat mijn blik dan weer keurend door de badruimte glijden. Twee potentiëlen.
Ik schrik weer op uit mijn mijmeringen wanneer Lucas, the ultimate K1 fighting champion mij aantikt.
“Gast!, moet je eens kijken naar die vent. Die ballen!”

Ik kijk en schrik me werkelijk kapot. Langs ons badje loopt een local van een jaartje of zestig in een veel te strakke Speedo te paraderen met zijn ENORME ballen. En als ik hier ‘ENORME’ in hoofdletters schrijf, dan kun je er van uit gaan dat ze werkelijk GIGANTISCH waren. Twee groot uitgevallen Avocado’s in een Speedo netje. Zoiets. Ik kan ook niets anders doen dan ademloos staren naar de man zijn zak. De maat van de te strakke Speedo is dan ook volslagen krankzinnig. Alles lijkt redelijk te passen, tot aan het gedeelte waar de zak hoort te zitten. Dit gedeelte heeft namelijk zo veel stof nodig ter bedekking van, dat het stukje stof bedoeld voor het bedekken van het zitvlak (lees: kont) hier enigszins de dupe van wordt.
En nog is het broekje te klein. Tussen de zijkant van zijn been en de bedek-range van zijn Speedo blijft een stukje niksigheid open en bloot naar een ieder die het ziet schreeuwen: “Hallo! Kijk dan naar mijn GIGANTISCHE ballen! Ik had een bermuda aan kunnen trekken zodat niemand er last van zou hebben, maar dat doe ik niet. Want ik geniet van het feit dat iedereen gechoqueerd staart naar mijn anatomisch incorrecte MEGA ballen.”

Ik redeneerde dat het moest komen door de chemische meuk die in de binnenbaden te vinden was en besloot vanaf dat moment nooit meer in zo’n badje te liggen.
Dus verliet ik de binnenbaden en ging rustig op het terras kip en rijst eten en toen de reiskompanen klaar waren met de balverminkende binnenbaden dronken we een aantal biertjes. Na een tijdje waren we er wel klaar mee en besloten ons om te kleden. De kleedkamer waar ons kluisje zich bevond was leeg op één persoon na: Mr. MegaBalls.

Nu was het al moeilijk om mijn blik af te wenden toen hij dat minieme lapje stof over zijn medicijnballen had gedrapeerd, maar in de kleedkamers besloot hij dat het noodzaak (lol) was om zo lang mogelijk naakt te zijn. Dit betekende dat hij in zijn blote glorie stond toen wij binnenkwamen en even veel kleding aanhad toen wij alle vier aangekleed waren om te vertrekken.
En al die tijd heb ik staan staren.
Een beetje het Two girls one cup principe.
Fascinerend.

Het moet overigens gezegd, voor iemand met buitenproportioneel grote ballen had hij een (verhoudingsgewijs) behoorlijk sneu pikkie. Maar zijn dienstjaren zaten er zeer waarschijnlijk al lang op.

Die nacht droomde ik van het anderhalfbenige meisje, die haar stompje op inventieve plaatsen wist te verstoppen, terwijl Mr. MegaBalls probeerde aan te tonen dat zijn ballen groter waren dan de memmekes van het meisje.
Op het moment dat het vunzig werd, schrok ik badend in mijn eigen zweet wakker en draaide me om.
Na een keurende blik legde ik mijn kussen goed en viel tevreden wederom in slaap naast Gwendolyn.
Het meisje met anderhalve been.

maandag 24 augustus 2009

Track van de week - week 35

Ik geef het toe. Ik ben niets anders dan een kansloze 'fanboy', een sukkel die nog steeds cd's koopt om ze gewoon ouderwets met de ceedeespeler af te spelen.
En dat terwijl je alles gewoon gratisch via de welbekende websites kunt downloaden.

Dus om die karakterfout te compenseren heb ik mijn blitse PSP slim vorige week laten ombouwen voor vijftien Eurootjes. Dit betekent dat ik nu alle spelletjes (retail €20-40) van de PSP helemaal voor niets kan downloaden.
En dat is fijn.
Nooit durven denken dat Golf zó leuk zou zijn.
Pangya!

Maar goed, cd's koop ik dus vaak wel in zo'n nostalgische winkel, met muren. En als er één band is waarvan ik die cd blind zou kopen, dan is dat wel van de Arctic Monkeys. Ik denk dat Alex Turner echt een heel rijpings proces aan het doormaken is op het gebied van songwriting en een preview van de nieuwe cd 'Humbug' al te horen was in de vorm van zijn muzikale uitstapje met The Last Shadow Puppets.
Nadat ik een week of twee geleden de 'Arctic Monkeys Web Transmission', de officiele teaser voor het nieuwe album, had kunnen downloaden was ik helemaal om. In mijn bescheiden mening riep ik toen al dat het hun beste album tot op heden zou worden, dat Alex Turner graag Jim Morrisson had geheten en dat ik zo blij ben dat we niet 'Whatever People Say I am, that's what I'm not - part 3' krijgen voorgeschoteld.
Op 'Humbug' staan wellicht minder hits, maar juist veel meer nummers die blijven hangen. De nummers van de webcast zijn zonder twijfel de sterkste nummers, met Pretty Visitors als mijn absolute favoriet.
En de single 'Crying Lightning' moet ook absoluut aangeschaft worden, al is het maar om het vette B-kantjen 'Red Right Hand', een cover van Nick Cave.

Al met al heb ik het cd-tje nog niet fysiek gekocht, maar zitten alle nummers al weer gebrand op mijn trommelvlies.
Ik kan niet wachten op de volgende cd.



Overpeinzingen achteraf:
- Ik had zoeven een prachtige zin in mijn hoofd. Iets over 'the ship Albion' en 'reddingsloepen om het werk voort te zetten'.
Maar nu ben ik het kwijt.
- Roflol @ 2.48
- Alex needs a haircut

zaterdag 22 augustus 2009

Track van de week - week 34

Toen we jaren geleden met mijn oude band Snatchin' Jenny probeerden wat meer op te treden in de buurt van Amsterdam kwamen we in contact met de band Jewel in the Mire uit de hoofdstad. Zij maakten compromisloze rock, met van die dikke gitaarsolo's en heftig schuddend lang haar. Fantastisch om mee op te treden, omdat die jongens ook erg goed wisten hoe ze een showtje moesten neerzetten. Daarnaast waren zij ook erg gesteld op het consumeren van overdreven grote hoeveelheden drank, wat mij deed besluiten deze band tot 'onze vriendenkring' te rekenen. Zodoende hebben we een aantal optredens samen gespeeld en toen de koek op was gingen we gewoon allemaal onze eigen weg.

Als ik het goed heb gegoogled evolueerde deze band in 2005 van JITM naar Killing Fields om vervolgens in 2007 de naam te wijzigen naar Mustango en als ze de spirit van Jewel in the Mire met zich hebben meegenomen is het ab-so-luut een band die je live moet gaan zien. Waanzinnig strak, lekker vunzig en pure RAAAAAWK!
Kater inbegrepen.
Ik weet niet meer precies hoe het nummer heet, maar we weten in ieder geval hoe dat meisje met dat leuke haar heet (Wat ze nu specifiek doet is mij een raadsel). En dat is ook iets moois. Toch?
Verder heb ik geen idee waar de clip over gaat, of waarom dat meisje zo bang is voor de band, maar het liedje knalt de speakers uit.
Schudt je saaie grijze kantoorhoekje even wakker, hier is:
JEWEL IN THE MIRE!

vrijdag 21 augustus 2009

Ik wil ook een Aluhoedje (1)

Ok mensen, wat is dit nou?
Dit is al het tweede filmpje van hetzelfde ‘incident’…




- Aliens doen een lichtshow?
- Interstellaire zaadlozing?
- Chinese lantaarns?
- Photoshop + serie LED lampjes?
- Een aanwijzing in braille waaruit op te maken valt dat Michael Jackson eigenlijk nog leeft?
- Een doorgetripte Spanjaard die het eigenlijk over de Schaakuitslagen heeft?
- Magische rode vlakken met vertaalde tekst die zomaar in de studio opduiken?

U mag het zeggen…

Hier klikken voor beeld ende geluid

En hierrrr voor de vrolijke Spanjaard. Zelfde thema, andere parkinson footage.

Ik ga Mars Attacks nog maar eens kijken.
"I bet you're psyched about the Martians coming Grandma? I mean, you've seen a lot of crazy stuff already. Everyone must have been real scared when they invented the train!"

zaterdag 1 augustus 2009

Track van de week - week 31

Omdat de muziek die je op de radio en televisie hoort en ziet (je weet wel, op dat kanaal, tussen alle kansloze reality soaps door), speciaal voor onzekere veertienjarige meisjes is geschreven, is het leuk om in de underground scene mee te lopen en voornamelijk bandjes en artiesten te leren kennen waar je via de mainstream niet of nauwelijks van zult horen.
Het lijkt mij dan ook leuk om in deze rubriek wat vaker opkomende of overleden bandjes uit te lichten, niet met de standaard bio onzin, of de gladde presskit verhaaltjes, maar de pareltjes die uitkomen, zonder dat de massa het doorheeft. Zonder dat de artiest het vaak echt in de gaten heeft ook.
Zodoende.

Deze week daarom ter ere van mijzelf en mijn eeuwige jeugd een prachtige akoestische uitvoering van een nummer wat normaliter behoorlijk tekeer gaat.
Het is ons Nederlandse antwoord op de intelligente Britrock, a la Bloc Party, Arctic Monkeys en Franz Ferdinand.
Waarom is deze band zo goed dan hoor ik u tegen het beeldscherm schreeuwen?
Het feit dat ze het gecompliceerde liedje in al haar eenvoud, pracht en tweestemmigheid loepzuiver in deze uitgeklede versie de wereld in hebben gelanceerd toont aan dat ze zelf ook weten dat ze goed materiaal in handen hebben. Het liedje blijft zonder al die tierelantijnen van de liveshow nog recht overeind. De tekst komt, zo mogelijk, nog indringender over, ondanks de luchtige en lieve manier van zingen.

Ik lees dit nu terug en ben blij dat ik geen muziekrecensent ben geworden.
Want het lijkt nergens op.

Fuck it! Hieperdepiep voor mij, ik lig in een vijfsterren zwemgelegenheid keihard en zeer inspannend te chillen (je w-w-weet toch!?) en grote mannen porties pivo te consumeren, dus mij krijg je voorlopig niet gek.
Ik draai de speaker door naar elf.
KEN-SING-TOOOOOOOOOOOON!



vrijdag 31 juli 2009

Mijn spannende Leven pt. 13 - Licht Ontvlambaar

"Ik heb het... VERDOMME IK HEB HET!" gilt Dwayne om 22.18. Ruim op tijd.

Dwayne springt op uit zijn bureaustoel en stuitert op en neer.
"Ik wist het, ik wíst het! Ik heb het onmogelijke mogelijk gemaakt. Ik heb het!"
Ilana was nu ook van het bed overeind gekomen uit haar glossy tijdschrift.
'Hou op... Je maakt een grap! Dat kan helemaal niet, wat een timing! We gaan het halen!"

Ze besprong Dwayne en zoende hem over zijn hele gezicht om te eindigen op zijn kapotte, droge lippen.
Eenmaal daar zoende ze hem heftig terwijl ze tussendoor hijgend dingen als 'mijn knappe genie' en 'hmmm, ik wil jou, alléén jou. En jouw hersenen' uitademde.

Hij genoot ervan, als ze dat deed. De passie die hij voelde, wanneer zij controle van hem nam, zorgden ervoor dat zijn gedachten ogenblikkelijk een zee van leegte vormden.
Dat waren de spaarzame momenten dat zijn brein niet volledig geobsedeerd bezig was met berekeningen, vergelijkingen en ingewikkelde formules, in een zeer ingewikkelde en complexe stroom van diverse wetenschappelijke -kunden en nieuwe - te falsificeren - theorieën.
Hij was dan alleen maar bezig met genieten, verloor zichzelf daar meer dan eens in en voelde zich na afloop als herboren. En scherper.
In een bepaald opzicht was zij op die manier zijn Muze.

Hij opende zijn ogen en merkte dat hij op bed lag en dat Ilana bovenop hem lag en haar strakke truitje uittrok.
"Nee, wacht! Niet nu! IK moet verder, ik moet het dupliceren en doorsturen. En verbergen! Stel je voor dat dit in verkeerde handen zou vallen. Ik moet écht weer aan het werk."
Voordat Ilana kon reageren had Dwayne haar al van hem afgegooid en had hij alweer plaats genomen aan zijn kleine bureautje.
Hij begon weer als een dolle te rammen op zijn toetsenbord.
Ilana ging rechtop zitten, trok haar truitje weer aan en ging met een enigszins beteuterde uitdrukking op haar gezicht op bed liggen.
'Sorry hoor. Ik wilde je gewoon graag feliciteren. Wat je hebt gedaan is uniek, het zal de wereld veranderen. We zullen oorlogen kunnen voorkomen en het wereldwijde voedselprobleem oplossen. We zullen ons als menselijk ras kunnen verenigen en in harmonie samenwerken aan nóg grotere technologische vooruitgang. De mogelijkheden zijn eindeloos...
Straks wil ik nog wel met je vrijen liefje. Maak eerst je werk maar af.'

Dwayne keek onverstoorbaar naar zijn twee 32 inch beeldschermen en ratelde onafgebroken door.

"Niet nu meisje, niet nu. Ik ben bezig."

Er gingen nog eens vijfentwintig minuten voorbij voordat hij zich weer losmaakte van zijn beeldschermen. Hij haalde een schijfje uit de cd lade en stak deze in een groen doorzichtig hoesje. Toen stond hij op en pakte zijn jas van de kapstok.

'Waar ga je naartoe liefje?' vroeg Ilana.
"Ik moet weg. De eerste prioriteit is dat ik deze kopie veilig kan opbergen, anders is alles wat ik de afgelopen negen maanden heb gedaan voor niets geweest. Ik probeer zo snel als ik kan terug te zijn, ik heb nog zeker een uur de tijd. Laten we hopen dat het niet voor niets is geweest. Doe voor niemand open, ik heb zelf een sleutel bij me, maar ik zal voor de zekerheid vier maal kloppen voor ik binnenkom. Ik ben zo terug. Beloofd.'

Hij boog voorover en gaf haar een kus op haar voorhoofd, toen pakte hij de cd van zijn bureau en liep de deur uit.

Ilana bleef nog een poosje op bed liggen. Ze staarde naar het plafond en wiebelde met haar voet. Pas na een minuut of vijf kwam ze omhoog en liep ze naar het bureautje toe.
Ze nam plaats op de luxe lederen stoel en bewoog de muis, zodat het scherm oplichtte.

:/> Password?

Stond er in het midden van het erwtjesgroene beeldscherm. Ze begon te typen.

:/> Gutted I Wiz

[enter]

Het scherm verschoot ogenblikkelijk van kleur en een cartooneske uitbeelding van Dwayne als soort van Duivel verscheen, omring door vlammen, schreeuwend in beeld.


- Who dares to question my fury? I will annihilate you all! Death to the scum that tries to enter my realms without the sufficient knowladge and authority! -


Het scherm verschoot weer naar erwtjesgroen

:/> Password?

Ilana leunde achterover en staarde weer naar het plafond. Ze wist dat ze het nog eenmaal kon proberen voordat de computer zichzelf preventief uitschakelde en zonder sleutel niet meer aan te krijgen was. En die sleutel had ze uiteraard niet.
Dwayne zou dan weten dat ze aan de computer had gezeten. Dat behoorde niet tot de opties. Dus dacht ze zo hard als ze kon na. Nog nooit was het haar gelukt op het juiste moment een blik op het toetsenbord te werpen wanneer Dwayne inlogde. Sterker nog, ze was bijna nooit in de buurt geweest toen hij zijn inlogcode intoetste.
Dus moest ze doen wat ze het beste kon: gebruik maken van haar feilloze intuïtie en capaciteit om tot een logisch en te verdedigen antwoord te komen, op vaak onmogelijke vragen of opgaven.
Ze sloot haar ogen en ademde diep in. Na dertig seconden ademde ze uit en opende ze haar ogen.
Ze boog terug voorover naar het erwtjesgroene beeldscherm en liet haar vingers rusten op het toetsenbord.

Toen typte ze:

:/> See you in another life, brother

Haar vinger ging naar de entertoets. Dit moest het zijn. Dwayne’s enige hobby, buiten haar en zijn geniale project om, was de televisieserie LOST. Hij volgde de serie religieus en ging volledig op in een tot cult verheven internet community. Dit was zijn favoriete zin uit de serie.
Dit moest het zijn.
Toch durfde ze niet op [enter] te drukken.
Er ging zeker een minuut voorbij terwijl ze naar de schermen staarde.

Toen haalde ze de hele zin weg met de [delete] knop en begon opnieuw te tikken, in een vloeiende beweging typte ze drie woorden en drukte direct op [enter].
De schermen verschoten weer van kleur, maar ditmaal naar de vertrouwde, lichtblauwe kleur van de desktop van Dwayne.

Ze haalde opgelucht adem en keek op de klok rechtsonder in het venster. 23.27. Dwayne zou vermoedelijk nog op zijn minst een uur wegblijven.
Ze knakte haar vingers en begon met haar muis over de mapjes heen te glijden. Zo op het eerste gezicht zat er niets vreemds tussen. Na enig speurwerk klikte ze op het mapje [PORN]. Eenmaal binnen vond ze wat ze zocht: een mapje met de titel [De overspelige avonturen van Dagobert Fuck]. Voor een onmiskenbaar genie had Dwayne een uitermate flauw gevoel voor humor. Op de een of andere manier vond Dwayne dit namelijk altijd een uitermate grappige titel en had hij meer dan eens een Videoland gebeld met de vraag of ze deze Disneyfilm in huis hadden. En of hij deze anders mocht reserveren.

Ze opende het mapje en zag een mapje genaamd [DATA] en een bestand dat [launchUE.exe] heette.
Ze glimlachte trots om haar kundige speurwerk en haalde een storage device uit haar broekzak, die ze in de computerpoort prikte.
Vervolgens kopieerde ze het mapje en het programma naar het geheugenstickje, die ze - toen het kopiëren voltooid was - terug in haar broekzak deed.
Daarna dubbelklikte ze op het bestandje [launchUE.exe]. Het scherm ging op zwart en een ogenblik later vlogen er eindeloze reeksen cijfers over het scherm. Dit duurde slechts enkele seconden, voordat het scherm weer op zwart sprong en de volgende enkele regel in beeld verscheen:

:/> Launch UE now Y/N?

:/> Y

[execute]

Vijf minuten later

"WAUW! On- ge- looflijk! Hij heeft het hem echt geflikt. Het is hem gelukt. De wereld zal voorgoed veranderen. Mijn hemel, wat een doorbraak!"
Ilana liep zenuwachtig door de kleine kamer op en neer, om de seconde schichtig een oog op de beeldschermen werpend.
Toen stopte ze, om voor de zesde keer de testresultaten te lezen:

:/> 99,1% Accuracy

:/> Run test again Y/N

:/> Y

[execute]

:/> 99,1% Accuracy

:/> Run test again Y/N

Ze vervolgde haar voettocht.
Wat nu te doen? Moet ik bellen? Ja, ik moet bellen. Natuurlijk moet ik bellen. DAT IS MIJN MISSIE! Wanneer Dwayne ook maar enigszins in de buurt komt van een positieve test of een bovengemiddeld resultaat, is het mijn taak om De Dames te informeren. Zij betalen immers mijn luxe leventje. Dat is de afspraak.
Maar met deze toegepaste formule kon ze schatrijk worden. Onafhankelijk worden. Gaan staan en doen waar zij zin in had. Weg van dit bizarre leventje. Ze zouden haar proberen te vinden, maar met genoeg geld kan iedereen verdwijnen, een compleet nieuw leven beginnen.
Verdomme, wie hield ze voor de gek? Natuurlijk zouden ze haar vinden. En daarna straffen.

Ze pakte de telefoon uit haar zak en zocht naar het juiste nummer. Toen ze op het groene [call] knopje wilde drukken werd er vier keer op de deur geklopt. Even stokte haar adem, daarna stoof ze op de computer af en begon uit alle macht schermen te sluiten, door continu [ALT][F4] in te drukken. Het ging niet snel genoeg. Hij zou binnenkomen en zien dat de computer niet was afgesloten. Hij zou haar nooit meer vertrouwen en uit haar leven sluiten.

Dat kon niet gebeuren.
Opnieuw werd er viermaal op de deur geklopt.
Dat was vreemd, Dwayne had de sleutels toch meegenomen...
Opnieuw werd er op de deur gebonsd, nu harder en agressiever. Ze hoorde schoppen tegen de deur en het geschreeuw van twee mannen.
Zo te horen hadden ze het moeilijk met de deur. Dat gaf haar tijd om iets te bedenken.

Ze keek om zich heen en zocht naar opties. Die waren er niet concludeerde ze al snel. Ze zat dan ook in een studenten spacebox, op vier hoog. Het was door de deur, of door het raam.
Ze zat dus vast. Nu kon ze alleen proberen om het uit te houden, tot Dwayne terug kwam. Hij zou wel weten wat te doen. En ze had een kopie.
Het geschreeuw en gebonk buiten hield plots op. Muisstil bleef ze in de kamer staan, in de hoop een geluid van buitenaf op te pikken.
Op het suizen van de wind en wat geritsel bleef het stil.
Dat was fijn.
Minder fijn was dat er rook onder haar deur naar binnen kwam. Dat het hier vermoedelijk een brand betrof bleek wel, toen het knisperen buiten begon.
Toch maar door het raam? De val zou op zijn minst haar benen breken, maar met een beetje geluk zou er iemand zijn die haar hoorde en zou helpen, zodat de onbekende types buiten haar in elk geval niet in handen zouden krijgen.
Och, wie hield ze voor de gek, ze zou nooit durven te springen. Wat een watje…
Ze kon nu niet blijven zitten. Ze zou door de deur naar buiten moeten.

Op het moment dat ze de deur opentrok werd ze door twee mannen met bivakmuts vakkundig driemal in haar borst en eenmaal door haar hoofd heen geschoten.
Vervolgens liep één van de mannen de kamer in, trok alle kabels uit de computer en nam deze onder zijn arm mee. De andere man boog over Ilana heen en voelde in haar broekzak tot hij vond wat hij zocht. Dit stopte hij bij zich en liep vervolgens naar de boekenplank, waar hij het boek 'I am the king of the castle' uithaalde en ook bij zich stak.
Daarna liep hij terug naar buiten. De andere man volgde hem en vroeg met een diepe stem:
"Heb je de camera?"
"Ja" antwoordde de man met een dik Russisch accent.
"Dan gaan we. De brand zal ze voorlopig even bezighouden."

Rochelend naar adem kwam Ilana nog even tot haar zinnen. Ze lag op de stalen overloop van het studentencomplex. Ze draaide haar hoofd en zag twee mannen weglopen.
Toen draaide ze zich terug en hoorde haar telefoon - die ze nog in haar hand had - een nieuw bericht aankondigen.

Met haar laatste krachten lukte het haar om op de knop [openen] te drukken.
De tekst las:
Dag mijn liefste, het programma is in veilige handen. Maar wij kunnen elkaar voorlopig niet meer zien. Je had niet aan mijn computer moeten zitten. Rust zacht.
'See you in another life, brother' fluisterde Ilana in haar laatste adem.
En zo is het gegaan.


Althans, dat stelde ik mij voor. Toen ik vannacht om 22.30 hoorde dat ik morgenochtend pas een aantal uren, of wellicht zelfs een hele dag later op vakantie kan.
Omdat een of andere kutstudent zijn spacebox wilde testen op brandveiligheid of zoiets dergelijks.
Twee van mijn reiskompanen wonen daar en mogen morgen nog even vrolijk aan Oom Agent uitleggen wie die mannen waren, wát het juiste wachtwoord nou was, wat voor een doorbraak die Dwayne had gemaakt, wie De Dames zijn en waar dit hele verhaal nou over ging.
Ik weet het niet, ik durf met zekerheid te zeggen dat zij het niet weten en als je realistisch bent is het ook helemaal niet relevant.
Het enige wat ik zeker weet en waar ik behoorlijk pissig over ben, is dat ik voor dat mijn vakantie begint al word gekort op mijn pivo-uren.
Kutstudenten.

vrijdag 24 juli 2009

Track van de week - week euhm... geen idee.

Ola trouwe lezertjes!
Ik schrijf dit korte blogje vanuit de Gödör Klub midden in Budapest. Dit is zo ongeveer het hipste gebeuren hier, met een terras dat de helft van Volendam zou bestrijken en elke avond (meestal tweemaal) livemuziek. Hein en Rambo zijn al aan het meeheupwiegen op de muziek. Lucas, the ultimate K1 fighter champion et Moi eten eerst een broodje, knallen er eerst wat Sörök in en berichten beiden op geheel eigen wijze naar het thuisfront.

Ik heb tot nu toe een uitgebreid verslag in dagboekvorm bijgehouden, dus wanneer ik de tijd heb (lees: niet midden in de stad in een geneeskrachtig openlucht en hyperreinigend blah-blah buiten- en binnenbad aan het toeven ben), zal ik op Hein's laptop het een en andere uitwerken naar de gebruikelijke 'Mijn spannende leven'-vorm.
Speaking of which: ons vertrek werd behoorlijk vertrek en bijna een hele dag uitgesteld. Dit hoorde ik uiteraard pas vijf minuten voordat ik ging slapen, wat mij de mogelijkheid gaf het ongelooflijk bizarre verhaal de nacht in te tikken.
Dit deel van 'Mijn spannende leven' wil ik komende week al plaatsen, aangezien ik het nog alleen maar moet inkorten en op stijl- en spelfouten moet tjekkun.

Dus nu, without further ado, de track van de week. Dat is een nummer waar ik door Lucas, the ultimate K1 fighter champion al de hele vakantie word doodgegooid. Hij neuriet, mini casio-ed of speelt het ongeboren kreng de hele dag door op zijn mobiel. O ja, ik ben de enige in de wereld die zijn mobiel alleen maar gebruikt (ook omdat ik dát er alleen maar mee kan)om mee te bellen. De rest gebruikt het om bankzaken mee te doen, IVF behandelingen mee uit te voeren en bier mee te bestellen.
Ik ben zó 2008.
Overleef de storm in eigen land!



Ps. Lucas, the ultimate K1 fighter champion, Rambo en Hein zijn mijn reiscompanen in Budapest.

vrijdag 17 juli 2009

Fuck de Televisie - That little very annoying Brother is watching you.

Ik loop al twee dagen lang met een stijve piemel in mijn broek. Ah! U heeft de verkeerde vitaminepilletjes genomen hoor ik u denken. Neen, is daarop mijn antwoord. Ik heb een lichamelijk opgewekte marathon boner van twee ontzettend homosexuele mannen. Ik kan niet meer normaal denken door bloed- en zuurstoftekort in mijn hoofd, omdat al het bloed bonkend en kloppend naar mijn andere kopje is afgedaald.

Maar waarom dan? Je bent toch zo straight als maar kan?
Dat klopt (lol), maar ik ben zo vreselijk opgewonden voor de televisie van vanavond. Dan komt het irritante kleine broertje van de publieken, BNN met een programma, waarin ze de ‘privacy is een luxe die een democratische maatschappij zich niet kan veroorloven’- penis van RTL4, Albert Verlinde een paar dagen hebben afgeluisterd d.m.v. the oldest trick in the book. Een list van Homeriaanse proporties. Een moderne uitvoering van het Trojaanse Paard.
In al hun inventiviteit bedachten de spring in het veldjes van BNN een list, waarin de mediageile Albert een kutprijs voor een of andere kutprestatie zou ontvangen van de BNN’ers, onder het mom: een serieuze journalistieke prijs zul je nooit winnen.
Men ging er daar bij de jeugdsubsidietak van de publieken van uit dat Albert voor deze argumenten gevoelig zou zijn en zodoende zou meewerken aan het programma.

En zo geschiedde, want Albert is voornamelijk nogal fan van zichzelf. Het moment dat Albert zijn naam in één zin in combinatie hoorde met het woord ‘onderscheiding’ en ‘Award’ kwijlde Albert de RTL set uit en belde snel om een smoking te huren.
Hij maakte zelf, op zijn onvolprezen schaamteloze manier van zelfbevlekking, reclame in het programma wat hij zélf presenteert en waar hij zélf in de redactie zit en waar hij zélf bepaalt hoe lang hij het over zichzelf mag hebben. De beroepspenis zorgde dat heel Nederland hoorde van de fantastische Award winnaar in spe, hijzelf, het baldadige BNN zo een leuk zendertje vindt en de Awarduitreikingen zo een sympatiek antwoord is op de standaard, saaie en voorspelbare Awardshows. Je weet wel die shows waar een ánder groepje BN’er typjes en andersoortig intimi elkaar de hemel in rimmt.
Albert had er goede hoop in dat ook ‘zijn avond’ op zijn minst zo zou eindigen.

Maar toen! Net toen heel Nederland dacht:
Hè wat leuk, die penis van RTL4 krijgt een Award. Waarschijnlijk omdat hij dat gebeuren met Jan en Yolanthe zo onbevooroordeeld en kritisch de Nederlandse huiskamers in heeft geroddeld. Eindelijk erkenning voor die jongen.
Op dat moment komen die gekke, brutale kut-pubers van BNN met de mededeling dat ze een week lang de familie Verlinde hebben afgeluisterd. Dat dat lelijke beeldje high tech double O seven achtige afluisterapparatuur bevatte en dat ze dus vrolijk een week lang hebben kunnen horen dat Albert als hij ’s avonds thuis komt non stop de opgenomen uitzending van hemzelf terugkijkt. En de stukjes van de anderen doorspoelt.
En die is daar nu iets minder blij mee. En doet dan aangifte bij de politie. Wegens schending van zijn privacy.
En daar kan ik meestal best wel begrip voor hebben. Tenzij de klagert de grootste roddelqueen van Nederland is. Wiens hele bestaansrecht is gebaseerd op het doorvertellen van andermans sores, slippertjes, financiële sores en medische condities.
Deze pratende V-hals is not amused over het belletje trekken van de schavotten van BNN aan zijn voordeur.
Can I get a hypocrite. Please.

Maar waarom die stijve piemel dan?
Op de een of andere manier snap ik nu pas wat er zo leuk aan is. Wat zeg ik, ik wordt er gewoon be-re-geil van. Heerlijk, dat ik gewoon te weten ga komen wat die mensen in hun eigen tijd doen.
IN elk geval, ik probeer me zo voor te stellen wat de redactie van BNN zoal heeft gehoord de afgelopen week. Wisten ze de volledige inhoud van het Boulevard gebeuren al vóór de uitzending begon? Hoe klinkt Albert aan het ontbijt? Wie heeft de broek aan in huis? Is het écht waar dat ze de uitgebreide ‘members only’ versie van Friday Fistday hebben meegemaakt? Is er iemand binnenshuis buiten de deur aan het swaffelen geweest? Wat deed Jan Smit daar op woensdag? Heeft hij besloten zich aan te sluiten bij de kerk van de Verlindetjes nadat hij de triestigheid van zijn eigen moeder op televisie zag? Toen zijn moeder een oproep deed aan de moeder van Yolanthe, of ze ervoor wilde zorgen dat Jan zijn knikkers en G.I. Joe poppen weer terug zou krijgen. Dat moet toch wel een ‘ik ga door de grond’ momentje zijn geweest. Ik kan me goed voorstellen dat hij toen zoiets had van: ‘ai ai ai… ok, dan maar homo.’

Maar ik ben bang dat het één grote deceptie wordt. Net voor de uitzending zal BNN wel weer terug krabbelen. Hebben ze er een paar dagen gratis publiciteit aan overgehouden, Albert zal het er nog wel een paar keer in zijn eigen programmaatje over hebben en tot een boete zal het toch niet komen. Zo hypocriet zal zelfs Albert niet zijn.

Terwijl ik dit opschrijf merk ik dat mijn piemel het bloed weer loslaat. Er komt een vorm van rust over me heen. Ik denk weer aan tieten.
Hoe ik van mijn stijve piemel ben afgekomen?
Simpel.

Track van de week - week 29

Afgelopen week stond voor mij voornamelijk in het teken van afbouwen. Tergend langzaam toewerken naar vandaag, mijn laatste werkdag voordat de zee aan vrije tijd aanbreekt. Even een paar weken weg uit het kantoor, weg uit de sleur van het burgerlijke vroeg opstaan, piepers, groente en vlees als avondeten en weg van de Studio Sport Avondetappe.
Ik ga die pratende Noorse trui toch wel een beetje missen.

Ben ook benieuwd hoe de wielersport leeft in het knots- en knotsgekke Budapest, waar ik dus de komende tijd in een van de vele thermae te vinden zal zijn.
Ik heb gelezen dat er veel wordt geschaakt in die thermae. Ik doel hier uiteraard op het spelletje. Nu snap ik de regels, maar ben ik er niet per se goed in. Dus dat wordt mijn doelstelling voor de vakantie: terugkomen als Grootmeester. Of bruin.
Vooral dat laatste moet wel lukken en zal in het kader van mijn standaard ‘Ierse vakantie kleurtje’ een ware shock zijn voor mijn directe omgeving, om mij überhaupt met wat kleur op het gelaat te zien.
Dat komt de week daarna, wanneer ik aan vakantie numero Duo begin.
It’s good to be me.

En dat is het totaal uit de lucht gegrepen bruggetje naar de track van de week. Want deze dame scoorde megahit numero Uno met onderstaand nummer, maar numero Duo kwam er nooit helemaal lekker achteraan.
Ik heb ook het idee dat ze heel erg lelijk is in het echt.
Maar het is wel een lekker nummer.
Pivo!

woensdag 15 juli 2009

Mijn Spannende Leven pt. 12 - De nadelen van een achtertuin

Toen ik vorige week zaterdag huilend van het lachen rond half zes 's avonds de televisie uitschakelde na weer een middagje vermaak - mij aangeboden door de komieken die de Tour overdag uren achtereen vol-lolbroeken - trok ik eindelijk de gordijnen open om de zaterdag fris te beginnen.
De dag was nu écht begonnen.

Ik gooide het raam wagenwijd open, borst naar voren, armen de lucht in alsof ik wilde opstijgen, sloot mijn ogen en snoof in één lange teug mijn longen barstensvol rottende kinderlijkjeslucht.
Ik stokte een ogenblik, analyseerde de ingeademde lucht nog een seconde, ademde uit, ademde opnieuw in - ter verificatie - , ademde opnieuw uit en kotste vervolgens de hele vensterbank onder.
Terwijl door het open raam een logischere optie was, ware het niet dat ik mijn ogen nog dicht had.

Eenmaal geopend zag ik pal voor mijn raam een bruut verminkt en vermoorde duif liggen, de tuin bezaaid met op de wind meezwiepende veren en de vensterbank vol vers braaksel.
Ik lanceerde nu ook de laatste restjes van mijn maaginhoud de boze wereld in, door het raam ditmaal gelukkig, waarbij een deel van mijn niet verwerkte muesli de duif besmeurde.
Precies naast zijn open maagwond. Waar de maden happy hour vierden.
Een heleboel ingewanden voor de prijs van een, maximale kans op keiveel en keisnel voortplanten. Of:
'Ouderwets dartelen, drinken en dekken. Vanavond in De Duif. En met dekken bedoel ik vunzinge vliegensex. BYOB.',
zo las het affiche.

Eenmaal bijgekomen van de schrik besloot ik de situatie te analyseren.
Wat waren de opties?
a) Mijn buren probeerden mij iets duidelijk te maken.
b) De Duif had zijn afslag gemist, was in de slip de controle over het stuur kwijtgeraakt, recht op mijn huis afgevlogen en op het moment dat hij de buitenmuur zou raken was hij tot stilstand gekomen maar tragisch genoeg ontploften zijn hart, niertjes en longen in een zieke speling van het lot op exact dát moment.
c) Iemand voerde satanische rituelen uit in mijn tuin.
d) De duif had zichzelf lek gepikt nadat hij hoorde dat Jan en Yolanthe geen stel meer waren.
e) De twee katten die ik eten geef, wilden op een zieke manier laten zien dat ze van me houden.
f) alle antwoorden zijn goed.

Ik besloot Robje te bellen en hem om advies te vragen. Hij was immers vrij. Elke dag.
Toch moest de telefoon drie maal overgaan voordat hij opnam.
- 'Ik heb geen werk! Geen geld. Ik zou graag een dakloze junk zijn, maar ik ben te bang om ergens verslaafd aan te raken en ik heb gewoon nog een huis. Althans, mijn ouders. WANT DAAR WOON IK. AL 40 JAAR.
Ik ben blij dat u belt, heeft u een pen bij de hand, dan kunt u mijn laatste woorden voor mij opschrijven. Ik ga er een eind aan maken, MET EEN POTLOOD!
Heeft u enig idee hoe lang dat duurt? Hoeveel pijn ik zal lijden? En dat ik nog steeds denk dat het beter is dan doorgaan met dit leven?
Schrijft u mee? Ik ben zo blij dat u belt, wist u dat Prinses Diana...'
+ "Robje, het is mij, MOI."
- 'Ah MOI. Ok. Jammer, ik begon er net in te komen. Had een prachtige brug van Prinses Diana naar hoe de porno-industrie op zijn gat ligt. Ik hou van die zin.'
+ "Wie verwachtte je dat er zou bellen? De Uitkeringsinstantie ofzo?"
- 'Nee mijn ouders. Ik haat ze, maar spreek ze uit gewoonte nog altijd aan met 'u'. Ze willen altijd weten hoe het met me gaat en ik merk dat als ze het gevoel hebben dat ik het niet meer zo zie zitten, ze geld, eten en vers fruit sturen. Werkt al weken prima.'
+ "Duidelijk, zeg Robje, ik heb je hulp nodig. Ik zit hier met een dooie duif."
- 'Ik ben onderweg.'

Een half uur later arriveerde hij. Robje had namelijk eerst een kwartier in zijn eentje voor het pand van zijn voormalige werkgever staan protesteren. Toen de beveiliger naar buiten kwam lopen om hem te vertellen dat het zaterdag was en er dus bijna niemand in het pand aanwezig was, had hij de beste man voor 'nsb-er' uitgemaakt en tegen de gevel aangezeken.
Nu zat hij gehurkt gefascineerd met een stokje tegen de duif aan te porren.
- 'Wat gaaf dit!'
+ "Hoezo? Hij is dood en bebloed en smerig en IN MIJN ACHTERTUIN!"
- 'Gaaf.'
+ "Dus wie heeft het gedaan? Welk van de voorgestelde opties denk jij dat het is?"
- 'Ik denk dat er inderdaad satanische rituelen worden uitgevoerd in jouw tuin. Wanneer je slaapt waarschijnlijk.'
+ "Verdomme! Heb ik weer."
- 'Wat is dit toch? Werkelijk fascinerend.'
+ "Ik moest kotsen toen ik die vogel rook."
- 'Ah, zo ja. Muesli. Ik doelde op die roze organen, die daar onderin zijn buikwand naar buiten puilen. Heb je er al een foto van gemaakt?
+ "Nee... waarom zou ik?"
- 'Voor je blog. Dat vinden die paar mensen die daar komen vast leuk.'
+ "Nou, die maak ik niet blij met een ondergekotst, bij gebrek aan beter woord, schmüzige vogelkadaver."
- 'Hmm, klinkt als een stug publiek.'
+ "Klopt."

Robje ging nog even door met het ritmisch prikken van de dode duif en het bespreken van de zinloosheid van weblogs en de narcistische achterliggende motieven van zo'n blogger.
Nadat hij vakkundig een einde had gemaakt aan zijn goed onderbouwde relaas, stelde hij voor een doos te pakken om de duif hierin te plaatsen en het dier zo een laatste rustplaats te geven. Kennelijk had het beestje na veertig minuten lang als speldenkussen te hebben gefungeerd, nu eindelijk een respectvolle behandeling verdiend.
Bij gebrek aan doos werd besloten een vuilniszak te gebruiken. Robje hield de zak open en ik zou met behulp van een blik (van stoffer en...) en het prikstokje van Robje de duif op het blik rollen en in de zak leggen.

De uitwerking van een feilloos plan.
Bepakt met de beste apparatuur die de moderne mensheid had voortgebracht liepen we op de duif aan.
Robje ging in positie staan en schudde de zak trefzeker open. Ik veegde de daarbij opgestoven veren uit mijn gezicht en liet me op mijn knieën zakken. ***
Ik plaatste het blik voor de duif en het prikstokje achter het lijkje. Vervolgens probeerde ik met het takje de duif op het blik te rollen.
Het takje brak onder de druk. De duif bleef roerloos liggen.
Het volledige plan viel in duigen. Met vragende ogen staarde ik omhoog naar Robje, die hoog boven mij uit rees en op mij neerkeek, de zak nog steeds in zijn handen. ***
+ "Wat nu?"
- 'Doe het met je handen.'***
+ "Wat? No Way! Wat als hij beweegt? Of bijt?"
_ 'Dude. Hij is dood.'
+ "Weet ik veel, misschien dat hij stuiptrekkingen krijgt, net als kippen die blijven rondrennen nadat ze worden onthoofd."
- 'Serieus? Ik heb de duif uitgebreid bestudeerd, alles gedaan om er zeker van te zijn dat het beestje dood is. Ik heb hem geprikt met een stok, meermalen. Ik heb hard geroepen en een kat nagedaan. Een complete kolonie maden vreet het beest van binnenuit weg en het
kopje bungelt half aan de rest van het lichaam.
Deze duif is dood.'
+ "Aaaargh!"

Er was geen ontkomen aan. Half wegkijkend stak ik mijn hand uit naar de staart van de duif. Gadverdamme, ik raak bijna een dode vogel aan, was wat ik het stemmetje in mijn hoofd hoorde herhalen als een mantra.
Mijn hand raakte de staart.
Ik trek wit weg en kots voor de tweede maal die dag over de duif heen. En over mijn eigen hand.
Nu weet ik niet of het mijn sterke maag, als het gaat om braaksel dat is, of dat het een vertrouwde geur was, maar nu de duif volledig ondergekotst was had ik er ineens helemaal geen moeite meer mee om het beest met twee handen op te pakken op te staan en met een welgemikt schot nét naast de zak te werpen, recht tegen Robje aan.
Robje was not amused.

Uit piëteit voor bijna elke bevolkingsgroep die bij Robje bekend is houd ik zijn daarop volgende relaas richting mij tot het woord 'shocking' en vervolg het verhaal bij de tweede poging, wanneer het mij wél lukt de duif in de zak te krijgen. Dat lukte dus.
Er werd een knoop in de zak gelegd*** en besloten dat de hardheid van deze maatschappij het toestond, dat de zak gewoon in de vuilcontainer zou worden gedeponeerd.
Robje speelde echter op het moment dat ik de zak in de container wilde laten vallen, de 'is dit niet respectloos?'- kaart. Hij wilde het nog even doorspreken.
Of er geen duivenhemel was en of hij dan niet netjes begraven moest worden.

+ "volgens mij hebben duiven geen ziel."
- 'Ze hebben geen ziel? Hoe kom je daarbij? Wat zijn het dan? Zombies?'
+ "Nee, eerder... zoals bankdirecteuren."
- 'Ah, zo bedoel je.'
Hij stopte en staarde moeilijk voor zich uit. Hij probeerde de zojuist vergaarde informatie te vertalen naar een voorbeeld dat hij wérkelijk begreep.
Vijf lange minuten later zei hij:
- 'Dus.. Net zoiets als Albert Verlinde.'
+ "Juist, nu snap je het."

Er werd voor de zekerheid besloten een kort woordje uit te spreken, als eerbetoon. En dan pas de grijze kliko in.

+ "Ok... Duif, ik heb je nooit echt gekend. Ik weet dan ook niet wat voor een duif je was. Wat je graag deed of waar je graag uithing. Ik weet niet wat je graag at, of je een leuk nestje had in een hoge boom vol vruchten, met lieve kleine duifjes, die de hele dag door vol enthousiasme hun jonge keeltjes schor-roekoekoe-den.
Ik hoop dat je hebt kunnen doen in je korte leven, wat je graag wilde doen. Dat je een gelukkige duif was. Dat andere duiven je zullen missen en prachtige fluitconcerten in jouw naam zullen componeren.
Ik wil je mijn excuus aanbieden dat je in mijn treurige achtertuin, waarschijnlijk door toedoen van een van mijn katten, je Waterloo hebt moeten vinden.
Ik wil je ook vertellen dat het mij spijt om als volledig onbekende van jou, je de laatste eer moet bewijzen.
Rust zacht."

Robje opende de klep en met een doffe klap kwam de zak op de bodem terecht. Robje gooide de prikstok erbij en liet de klep toen dichtkletteren.
Hij deed een stap naar achteren en sloeg een arm om mijn schouder heen. Samen stonden we de kliko in stilte aan te staren.
In gedachten bij de duif.
Zachtjes, maar merkbaar begon er een gefluit. Vanuit de bomen. Een ritmisch loopje, al gauw gevolgd door meer melodieën. En meer fluitende keeltjes.
We keken op naar de bomen en zagen dat deze vol met fluitende vogels zat. Het was een schitterend schouw- en hoorspel.
Een prachtig en waardig eerbetoon aan een dode duif.
‘Sorry.’ Zei Robje ineens om de stilte te doorbreken.
“Gadverdamme, wat heb je gegeten?”

Instant Update.
Ik kreeg Robje die avond pas de deur uit toen hij zich ervan had verzekerd dat er geen druppel alcohol meer over was. In mijn warme bedje werd ik de hele nacht geteistered door nachtmerries over een clubje duiven dat achtervolgd werd door mijn katten. Maar in deze droom was ik één van de duiven. Op het moment dat ik werd gegrepen door de kat verwachtte ik wakker te schrikken, dus toen dat uitbleef besloot ik het op een akelig schel en griezelig krijsen te zetten. Een paar tellen later schoot ik ineens tóch nog rechtop in bed
en leek ik het schelle geluid van de gillende kat nog steeds in mijn oren te hebben.

De volgende ochtend werd ik getrakteerd op maar liefst drie duivenkadavers in de tuin.
De katten lagen tevreden te spinnen in de zon.
Bastards.


*** TWSS

maandag 13 juli 2009

Bezopen, dat poker (2)

Dit is het vervolg op Bezopen, dat poker (1)

Er was eens een feestje.
Buiten in de stad. Een parade. Met van die types die alles interessant en mooi vinden. Van die tuinbroeken zeg maar.
Na mijn beraad met mensen die zich nooit meer zouden identificeren als ‘vriend’ van Moi, rammelden ik en mijn trouwe kliko door de binnenstad. En gezien die parade was het nogal druk.
Hoewel elke tuinbroek die ik raakte zich op zijn/ haar lip beet omdat ze dachten dat ik bij de parade hoorde en een act opvoerde, had ik toch een leuke dag. Eerlijk is eerlijk, ik had liever gehad dat er een aantal van die tuinbroeken een keer uit de geitenwollensok schoot, ik had sinds de kroeg al niet meer goed van me af kunnen schelden, maar lieve leesvriendjes, jullie held had het stiekem naar zijn zin.

Na het botsen en opzij werken van het volk, had ik een mooi plekje gevonden midden in een park. Kennelijk was dit ook de beoogde werkplek van een aantal clowns, maar mijn gegrom en herhaaldelijk wijzen en bonken op de kliko deed de clowns besluiten tien meter verderop met hun toneelspel te beginnen.
Om zeker te zijn van mijn zaak stond ik op, haalde mijn leuter uit mijn broek en begon hevig in de rondte te zeiken en bakende zo definitief mijn territorium af.

‘Iedereen heeft het kunnen zien en als je dichtbij komt kun je het ruiken. Als je daarna nog dichterbij komt laat ik je huilen! No mercy!
Respect ma Territooooraaaaaataaaaaaaaa!’


Hoofdschuddend keek men mij aan en liep daarna door op zoek naar de kutclowns of andere tuinbroeken.
Ik kon tevreden in mijn vieze cirkel gaan liggen, maar niet voordat ik een biertje uit de kliko had gehaald.

Toen er een gast met lang haar en een gitaar achter een microfoon ging staan stond ik op om alvast van te voren uit volle borst ‘Booooeeh!’ te kunnen roepen.
De jongen vond dit kennelijk niet leuk, deed zijn gitaar af en liep –borst vooruit- op mij aan.
‘Waarom doe je dat nou joh. Ik probeer hier gewoon mensen te vermaken. Kun je niet even stil zijn? Andere mensen vinden het misschien wel leuk.’
“Er is een reden dat je hier vanmiddag in je eentje staat te spelen. Je kan niet zingen, je liedjes zijn volledig weg te cijferen en je kijkt alsof je de controle over de spieren in je gezicht bent verloren. Een zodanig uitgezakte harses, daarmee ga je toch niet vóór een publiek staan? Ik bedoel, dan verstop je je toch, om je eigen armen onder te krassen met een aardappelschilmesje en je zelfbenoemde poëzie over jouw eigen rijtjeshuistragedies tegen je spiegelbeeld uit te prevelen? Val anderen daar toch niet mee lastig man, ga naar huis.”

En zo geschiedde.

De wandelende zelfmoordpoging pakte, ondersteund door een meisje met een shirt van de organisatie, zijn gitaar en liedjesboek in zijn koffer en liep jankend het park uit.

Ik voelde me nu bijzonder goed.
Ik haalde nog een biertje uit de kliko en ging zitten in mijn heilige cirkel. Er landde een vogel naast me in het gras. Geen idee wat voor een vogel het was, maar als het waar is dat dieren kunnen aanvoelen hoe iemand in elkaar zit, dan is het een dappere vogel te noemen. Ik had namelijk zin om iets te slopen.
In een snelle beweging greep ik de vogel met twee handen vast en besloot de vogel Xander te noemen. Naar Xander de Buisonjé. Als ik die kop op teevee zie krijg ik ook altijd van die neigingen. Dat heeft me al twee ‘Beste Broer van de wereld’-bekers gekost. En de gin die daarin zat.
De lul.

Ik moest me inhouden om niet in één simpele beweging zijn (de vogel Xander) nek te breken, maar zag daar op het laatste moment vanaf. Ik weet niet of er een vlaag van empathie zich van mij meester maakte, of dat het stukje goed in mij vol op de rem trapte, maar ik spaarde Xander en besloot hem in de kliko te bewaren. Voor nu.

Het paradegevoel was bij mij nu volop aanwezig en ik stond, met ontbloot bovenlijf, in mijn magische cirkel volop te bewegen en te schudden met mijn lichaam in wat ik een ‘natuurlijke dans’ noem. In deze situaties geloof ik ook dat het beter is dat ik een speciaal voor mijzelf gereserveerde cirkel of territorium heb afgebakend.
Ik deed rare dingen met mijn armen, in een poging een ‘vlindermotief’ uit te beelden, terwijl ik een soort van schopbeweging maakte met mijn benen. Eerst moest ik nog mijn best doen om maat te houden, maar na een minuutje ging het vanzelf. Ik sloot mijn ogen en ging helemaal op in de natuurlijke dans.
Ik spoot straaltjes zweet over mijn voorhoofd en klotste mijn vochtige onderbroek van broekspijp naar broekspijp. Ik voelde me als een wielrenner die als eerste over een hoge berg gaat, terwijl hij vergaat van de koorts. Er hing een geur van euforie, schaamte en braaksel.
In wezen was ik helemaal in mijn element, één met de natuur.

Dat ging allemaal weg omdat er iemand op mijn schouders tikte.
Ik voelde het bloed uit mijn hoofd wegtrekken. Nog voordat ik mijn ogen open had, zaten die vol woede. In een ruk draaide ik me om, opende de ogen en siste tegen de rugtikker:
‘Wat duh fuck!?!’
“Dag meneer, hoe maakt u het?”
De rugtikker bleek politiefunctionaris te zijn in de baas zijn tijd. Ik schakelde een tandje terug en zei:
‘Met satéstokjes agent.’
“Hmm, we hebben een grappenmaker. Heb ik weer.”
‘That’s what she said!’
“Juist ja. Mijnheer is deze container van u?”
‘Het is een kliko! Maar hij is inderdaad van mij.’
“Wat doet u met een kliko in het park?”
‘Dat is kunst.’
“Volgens mij niet mijnheer.”
‘Dat mag, ik vind een heleboel dingen niets met kunst te maken hebben, maar je kunt niet voor anderen gaan bepalen wat wél of niet kunst is. Dat is het mooie aan kunst. Ik dank u evengoed voor uw oprechte en eerlijke kritiek en mening.’
“Dus dit is kunst volgens u? Hoe noemt u het object?”
‘De kliko.’
“Mijnheer u bent niet serieus hoop ik. U kunt niet beweren dat u die container daar heeft neergezet als kunst. Men heeft u er al verscheidene blikjes bier uit zien pakken en er wordt zelfs gesuggereerd dat u er een vogel in heeft gestopt.”
‘Ah, u bedoelt Xander, dat klopt, die woont hier tijdelijk.’
“Xander?”
‘Ja, van de de Buisonjé.’
“Dan is het goed. Die zou ik ook het liefst een tijdlang in een donker hokje douwen. Gedraagt u zich verder.”
‘Uiteraard. Was u trouwens ook die clown net?’

De politieman vertrok en ik haalde een biertje uit mijn kunstwerk, terwijl ik Xander belette de kliko te verlaten.

Ik trok mijn shirt weer aan en besloot mijn cirkel een stukje te verplaatsen.
Er stonden twee mannen van middelbare leeftijd te jongleren. Ik had nog steeds niets beters te doen en besloot er een poosje naar te kijken.
Ze begonnen vrij simpel, met een aantal ballen, welke later iets meer ballen werden.
Toen ze daarmee klaarwaren, bespeelden ze het publiek op een wijze gelijk aan de wijze waarop ik mijn publiek bespuug en beschimp.
Ze haalden een aantal kegels tevoorschijn en herhaalden het trucje daarmee, gooiden die rommel al jonglerend een beetje naar elkaar over en zongen er een liedje bij.
Nou, knap hoor.
Ik had een kliko.

Maar toen kwam het: vette shit ouwe! Er kwamen zes, jawel ZES kettingzagen uit een grote kist en die werden stuk voor stuk aangezet. Het publiek werd gevraagd wat meer afstand te nemen, omdat het een gevaarlijke onderneming was en de mannen namen plaats.
De spanning was voelbaar. Het hele publiek wist dat ze hier met professionals te maken hadden die dit soort dingen al honderden keren thuis voor de spiegel hadden geoefend, er kon niets fout gaan. Maar toch…
Zelfs ik ging er even voor staan en ledigde het bodempje bier, terwijl de kettingzagen de lucht ingingen. Het zag er werkelijk super uit; de ronkende kettingzagen en de precisie van de jongleur deden zelfs mij vrolijk klappen als een pinguïn na een rol Fruitella.

De jongens bleven smijten met die dingen en omdat het nog wel even zou aanhouden ging ik voor een nieuw biertje. Met een half oog kijkend naar de jongleurs opende ik de kliko en graaide naar een biertje.
Helaas was ik helemaal vergeten dat Xander al een tijdje weg wilde. Deze zag zijn kans en ontvluchtte bonkend tegen de deksel de kliko. Dubbel helaas vloog Xander in blinde paniek recht op de jongleurs af…

Het volgende beeld was allesbehalve smaakvol.
De vogel vloog recht door de constante stroom van kettingzagen, tegen een kettingzaag aan, wat een dof zaaggeluid en een grote rode explosie tot gevolg had. De jongleur was echter volledig gedesoriënteerd en daarom greep hij de omlaag komende zaag mis. Deze scheidde in een soepele beweging zijn arm van zijn romp. De overige vijf zagen plantten zich vervolgens in de rest van zijn lichaam. Zijn hoofd zag eruit als een pannetje gekookte rabarber, zijn romp pruttelde darmen en andere ingewanden naar buiten.
Let wel! Deze hele hierboven beschreven scene speelde zich af in een tijdsbestek van drie seconden.

Stilte.
Blinde Paniek.
Heel veel geschreeuw en gekrijs.
Naronkende kettingzagen.
Er gaat een blikje pils open.

Ik had het wel weer gezien. Pakte mijn kunstwerk en sleurde die achter mij aan het parkje uit.
Zo zie je maar weer, kunst is gevaarlijk.

vrijdag 10 juli 2009

Scribbly snapt het

Of beter gezegd, die andere dude in dat stripje. Alsof dat gevouwen A4-tje in mijn hoofd kan kijken.
Nog maar zes maanden tot LOST... Hopelijk doen ze nog een ARG voor die tijd.

woensdag 8 juli 2009

Fuck de Televisie - De Tour

Vroeger vond ik er helemaal geen zak aan. Nu eigenlijk nog steeds niet, maar de afleiding tijdens kantooruren, het uitbreken van komkommertijd en de weeïge uurtjes dat je ’s zomers de klok terug ziet lopen, terwijl je wéét dat de airconditioning varkensgriep verspreidt door het hele gebouw, zorgen ervoor dat ik een volger ben geworden.

Een tourvolger. En om te zorgen dat ik me er ook echt in ga verdiepen, doe ik altijd mee aan zo’n tourpoule, die ik steevast snoeihard verlies. Er zijn namelijk mensen die nog veel kanslozer dan yours truly zijn. Zij volgen het wielrennen het he-le jaar.
Arme stumpers.

Maar goed, afgelopen zondag lag ik na te ruften van een avond zingen en zuipen in Emmeloord en besloot deze hel op de bank, voor de televee, te ondergaan.
Ik was door aanhoudend gebonk in mijn hersenpan ook al behoorlijk vroeg wakker, dus heb ik uiteindelijk de hele etappe gevolgd.

Het leukste van die Tour is dat de twee oude, chagrijnige mannetjes van The Muppet Show het commentaar verzorgen. Steevast oefenen ze oninteressante weetjes en wielertermen in, om zo het publiek drie weken lang ongeveer vier tot zes uur lang per dag te vermaken.
Meestal tenenkrommend, af en toe functioneel, jakkeren die Du Crot en die andere de hele middag vol.

Een voorbeeld:
- Ligt het nou aan mij, of waren de renners vroeger stugger, minder fragiel zeg maar, bij gebrek aan een beter woord?
- Vroeger wanneer?
- Toen er nog toppers reden. Toppers zoals jij en ik!
- Och, ik denk dat die tijden nooit meer helemaal zullen herleven. Ze komen de spleet niet meer uitfietsen, zoals jij en ik deden.
- Nee, gelijk heb je. Renners van tegenwoordig hebben het moeten leren, dan loopt het spaak, zoals ook nu weer in de afdaling van deze vrij gemakkelijk te nemen Col.
- Haha, spaak… omdat we verslag doen van de wielersport.
- ROFLOL

En deze was ook mooi
- Ik heb nu mobiel internet, met zo’n stickie. Een Dongel.
- Een Bongel?
- Net kon je het wel zonder problemen correct uitspreken, waarom doe je daar nu grappig over?
>microfoon uit<
- Omdat dat grappig is. Anders zitten mensen zes uur lang te luisteren naar wat ons bezighoudt en interesseert. Ik ben bang dat ze dat na honderdduizend jaar nu wel doorhebben.
- Noem het nou gewoon een Dongel man, ik heb die verbinding gratis gekregen als ik het er een paar keer noem tijdens de uitzendingen.
- Hey Du Crot, lul niet man. PUBLIEKE OMROEP. Heb je gezien hoeveel we nog over hebben van ons budget? Die put is bodemloos, je weet toch? Aanpakken die Van Bongel!
- Dongel, Dongel, Dongel, Dongel, Dongel, Dongel, Dongel, Dongel, Dongel, Dongel…
>microfoon aan<
- Ik krijg een kijkersvraag binnen via de… Rommel van Du Crot.
- Dongel!
- Dat zeg ik, Gamma.

Ik heb me werkelijk de hele middag liggen bescheuren om die opmerkingen van Statler en Waldorf tussendoor. Zo proestte ik mijn volledige glas jus uit bij de opmerking ‘In die tijd viel er nog wel eens een dode, die daarna wekenlang in coma lag.’ En kreeg ik stiekem een beetje harde tepels van de opmerking ‘The Boss is back. En laat ik je uit persoonlijke ervaring dit zeggen: Lance is écht the Boss.’ Giggety.
Maar deze was zonder twijfel het mooiste.



Nog drie weken dikke pret!

Ps. Michael wie?

vrijdag 3 juli 2009

Mijn Spannende Leven pt. 11 - De waanzinnige week van Robje

Robje is een beetje een recalcitrant mannetje. Schopt graag tegen heilige huisjes, gooit zijn vuilnis met het zelfde gemak naast de prullenbak, van de buren welteverstaan en heeft standaard gele knieën van het zeiken tegen de wind in.
Elke keer wanneer er memootjes in zijn postvak belanden over de aanscherping, aanvulling of herhaling van de huisregels en afdelingsafspraken van zijn vrolijke job, komt hij wel met een vilein commentaar of een scherpe goed doordachte sneer.

Zo heeft hij een dagje zijn webcam op zijn afdelingsleider gericht en die de hele dag laten snorren, om zo feilloos aan te kunnen tonen, dat de vrolijk NSB-ende leidingdame, ruim een uur te lang pauze houdt.

Dit plaatste hij dan op Youtube en stuurde de hele afdeling (inclusief managers en raad van bestuur) de link van het filmpje. Het introductie tekstje las de reminder van de huisregels m.b.t. pauzeren, die de nsb-ende leidingdame een dag eerder had rondgestuurd.

‘Het is ’s ochtends en ’s middags toegestaan 10 minuten te pauzeren en tussen de middag een half uur. Verder worden werknemers geacht op hun plaats te blijven zitten en aan het werk te zijn.’

Vrij kinderachtig eigenlijk, maar ultiem grappig als je niets beters te doen hebt. Deze week echter heeft hij zichzelf overtroffen. Met dramatische consequenties. Een kort verslag.

Een aantal dagen geleden ontving zijn afdeling, aan de hand van het mediagezeik omtrent zomerse kleding, de volgende mail:

‘Kleding:

Nu buiten de temperatuur stijgt blijven de dikke jassen en wollen truien in de kast, gelukkig maar. Dat houdt echter niet in dat men in camping outfit op kantoor kan verschijnen immers wij blijven een service gerichte afdeling en zullen indien er klanten naar het kantoor afreizen deze klanten moeten kunnen ontvangen. Dat kan mijn inziens niet in korte broek en eventueel badslippers. Ook laag uitgesneden truitjes en (te korte) rokjes vallen daaronder. Je weet zelf wel wat kan en wat niet kan.’

Maandag.
Na eerst een dag lang over de hele afdeling te hebben blèren hoe ridicuul deze regelgeving is, kwam het ‘super-power-action-haantjes-gedrag-onderbuikgevoel’ in hem op en begon hij zijn actie voor te bereiden. Tijdens werktijd uiteraard.

Dinsdag.
Robje, die nogal dik is, verschijnt op zijn werk in een skibroek, thermo-sokken en dito ondergoed, rubberen kaplaarzen (<- alleen om over het liedje te kunnen beginnen) een grove kabeltrui, skibril en zweetband om zijn bolle kop.
De NSB-leidinggevende vraagt wat dit te betekenen heeft en Rob verklaart, terecht dat hij keurig volgens de Kledingvoorschriften gekleed gaat. En of zij wel goed heeft gekeken naar haar eigen decolleté. Met haar uitgedroogde pruimpjes (<- sorry, dat was een quote).
De weersverwachting is die dag: Droog, klef en warm tot super-tering-warm. Zeker op kantoor.
Nu weet ik niet of u op een kantoor werkt, maar als het warm is gaan mensen zweten. Dikke mensen doorgaans iets sneller, meer en voornamelijk heftiger.
Dus circa tien minuten na zijn eerste kop koffie begon Rob te meuren als een dolle.
‘O ja, ik heb me ook maar niet gedoucht vandaag.’
Ik kan er ook alleen maar respect voor hebben dat die Rob tot het einde van de dag principieel al die rommel heeft aangehouden, ook toen hij knalrood en gutsend van het zweet in een conference call de verbaasde blikken van de andere partijen aan het toespreken was.
‘Wil je niet wat uittrekken? Je lijkt het nogal warm te hebben.’ Was de vraag van een van de conference call typjes.
- ‘Neen.’ Was Rob zijn bondige antwoord. ‘Dat ziet er niet uit. Ik ben een professional.’

Woensdag.
Ik kom aan bij ons pand en zie allerhande politieagenten, brandweerlieden en ongetwijfeld ‘stillen’ het pand in en uit lopen. Voorzichtig glip ik langs de popo. Binnen staan drie agenten een Paarse Burka te ondervragen.
‘Goedemoggel!’ Zegt de Paarse Burka als ik er langs loop.
‘Goeiesmorregus Robje.’

Held.

Donderdag.
Na het fiasco van de dag ervoor heeft men besloten dat het tijd is voor Robje om een andere weg in te slaan. Of hij vrijdag zijn pas wil inleveren en zijn werkzaamheden wil overdragen aan een soon to be ex collega.
Ja, Robje was in de ogen van enkele regelgevers te ver gegaan, ook al had hij zich volgens eigen zeggen keurig aan de regels gehouden.
Maar hij was sportief genoeg om alles ‘netjes’ af te ronden.

Hij verschijnt die morgen niet weer in een kinderachtig, veel te warme outfit, nee, hij draait het om. Ze kunnen hem immers niet nogmaals ontslaan, zo luidt zijn redenering. In een nietsverhullend strakke roze Speedo ballenknijper, witte sportsokken, bijpassende blauwe Speedo slippers, ontbloot bovenlichaam en een vies heuptasje stapt hij de afdeling op. Op zijn hoofd draagt hij een pet waar twee blikjes bier in zitten, die met een rietje naar zijn mond gaan. Onder zijn arm draagt hij de hele dag een rol wc papier en overal waar hij langsloopt blijft hij even uitgebreid staan praten voor een praatje en een potje stretchen.

Hij groet de NSB-er op een manier die haar zou moeten bevallen en knalt zijn zweterige poten op het buro.
‘Ik weet dat jullie geld aan het inzamelen zijn voor mijn afscheid, hou het klein hè! Anders zouden jullie me nog in verlegenheid brengen,’ Zo galmde hij de afdeling over, ‘Een fucking geil biertje en een wippie met Bertha is alles wat ik voor ogen heb. En neem zelf ook wat.’
Hij laat een harde scheet, waardoor de strakke Speedo als een aangeslagen drumvel heen en weer trilt.

Even voor de duidelijkheid: al vanaf het moment dat hij het gebouw binnenliep, stokte elk gesprek en draaide elk hoofd zijn kant uit. Men is, zacht gezegd, verbijsterd.
Ik zit in een hoekje en proest het uit. Eerlijk is eerlijk, dat zou de gemiddelde reactie moeten zijn, maar al dat anaal-omhoog-fistende-kantoorplebs sprak er direct schande van, riep iets over kantoor etiquette en veto-de de arme jongen zo de afdeling af.
Gelukkig had Rob daar, bij gebrek aan een beter woord, schijt aan. Als een sterk verhaal van Glaasker (voor insiders red.) die in het leger zit, klom Robje op het bureau van zo’n zeikcollega, trok de helft van zijn Speedo een klein stukje opzij en perste er een bolus ter grote van een fust bier boven uit.

In een anticlimax van jewelste haalde de security Rob op, die spartelend met zijn benen en heel naar met poepkorrels in de rondte schietend werd afgevoerd. Riep nog dingen als ‘Nu kunnen jullie morgen mooi weer Wir haben es nicht gewüsst verkondigen. Kledingnazi’s!’

Vrijdag.
Rob kwam vandaag niet meer terug.
Ik heb besloten het verhaal wat aan te dikken en de wereld wijd webszszs op te pleuren.
Ter lering ende vermaak.

donderdag 2 juli 2009

Track van de week - Week 27

Het onderstaande nummer is zonder twijfel een van mijn all time favorite songs.
Dit nummer doet mij steevast denken aan de tijd dat ik heerlijk kansloos aan het studeren was, een onschuldige kijk op de wereld had en beste vrienden had die ik tegenwoordig nooit meer zie of spreek. We zouden de wereld veroveren, veranderen opleuken en vooral verbeteren.
Het stukje hippie dat in elk kind van de sixties welbekend is, bleek ook in mij te ontwaken.

“I as a boy, I believed the saying the cure for pain was love
How would it be if you could see the world through my eyes?”

Het nummer heeft een fantastische dynamiek, die je van links naar rechts gooit en langzaam aan opbouwt naar een subliem knetterend hoogtepunt. Het nummer is een tijdsgeest, een state of mind. Een manifest.

Ik ga er niet teveel over zeggen, dan blijf ik bezig, maar dit nummer heeft mij echt veranderd. Dus geef ik het stokje nu graag weer door aan wie er voor open staat.

“- why must we be so cool, oh so cool,?
Oh, were such damn fools...”

woensdag 1 juli 2009

Fuck de Televisie - De Hoer van Amsterdam

Ook zo genoten gisteren? Van de ‘spontane’ actie van Froukje ( we hadden toch al een bekende Froukje?) en die goochel goochem? Bij dat programma waar zelfs Matthijs van DitIsMijnKerk van gaat huilen?
Voor mij is het principe ‘bord op schoot’ weer terug. Ik eet wat later dan voorheen, ben dan meestal uitgemergeld en hongerig, maar het is elke dag weer de moeite waard.
Leedvermaak en plaatsvervangende schaamte schopt namelijk behoorlijk kont.

De Zomer Draait Door heet de zomervariant van DWDD. Omdat het maar de helft zo leuk is wordt het gepresenteerd door dubbel zoveel presentatoren.
Ene Froukje en een jongen die ik volgens mij ken als homo van een RTL programma nemen deze taak op zich. Die homo lijkt alles te gek te vinden en is ontzettend geïnteresseerd in alles wat zijn gasten hem te vertellen hebben. Tenminste, zo kijkt hij naar alles en iedereen waar geluid uit komt. Als ik hem ooit tegenkom zal ik jumpstylend voor zijn neus gaan staan dansen en rammelen met mijn autosleutels terwijl ik hem over zijn bol aai en ‘goochi goochi gooooo!’ zeg.
Hij zal het uitkrijsen van geluk.
En die Froukje, heerlijk wat een wijf. Het is het type meisje dat je in de kroeg wil tegenkomen. Zo’n meisje dat terwijl je aan het praten bent af en toe naar voren en naar achteren in haar stoel leunt, om aan te geven dat ze geïnteresseerd naar je luistert. Zo’n meisje dat alles wat je te vertellen hebt over de nieuwste trends in de moderne filatelie in zich opzuigt, nog voordat je klaar bent met de zin. Ze geeft je het gevoel dat jouw totaal kansloze leven tóch zinvol is en inhoud heeft.

Maar kennelijk ben ik een van de weinige mensen in Nederland die deze verborgen schoonheid van Froukje kan plaatsen en waarderen. Dus besloten ze bij de VARA dat er een positieve draai gegeven moest worden aan een kutprogramma. En wat kwam er uit de denktank van de vrolijke publieke omroep? PORNO. TIETEN. OP TELEVISIE. OM 20.15. ER KIJKEN TOCH GEEN KINDEREN.
Sterker nog, er kijken ook nauwelijks volwassenen.
Maar de manier waarop was het ergste van alles: in een tenenkrommend slecht toneelstuk tussen de homo, Froukje en Hans ‘leeft hij dan ook nog?’ Kazan, kwam na een aantal kutfilmpjes over goochelen ineens de aap uit de mouw, of het konijn uit de hoge hoed.

Er lag een rode loper buiten de studio en terwijl het thuispubliek bleef gokken wát er ging gebeuren en voornamelijk wáárom, had Froukje d’r hoge schoenen al uitgeschud, twintig keer ‘Aah, nee! Dat meen je niet! Oh, dit zag ik echt niet aankomen!’ (volgens mij autocue) geroepen en gevraagd of er ‘iets met het geluid’ moest gebeuren.
De kijker kreeg een teaser in de vorm van ‘Ik heb een hele lelijke vleeskleurige BH aan’, waardoor alle vierhonderd kijkers op het puntje van de bank gingen zitten en daar ging ze.

Haast als in een slow motion actiescene in een Hollywood Blockbuster, flik-flakte Froukje over de rode loper.
Vleeskleurig ingepakte memmekes. Op de buis. Dit is serieus besproken tijdens de redactie vergadering van DZDD. Kan niet anders. ‘Het is zo’n leuke meid, waarom vindt niemand het programma leuk?’ – ‘En als ze nou d’r tieten laat zien. Per ongeluk. Een soort nipplegate, zonder de nipples. Maar met vleeskleurige BH. Het wordt geheid een hit op internet.’
En zo geschiedde.

Het is al een tijdje geleden dat Sylvie dé hoer van Amsterdam was.

dinsdag 30 juni 2009

Stop anoniem staren!

Dag kansloze lezertjes. Tijdverdrijvertjes pur sang. Dus je baas heeft niet door dat je de hele dag actualiteiten websites aan het F5-en bent? Mooi. Zo hoort het ook.
De kunst is om altijd druk te lijken, maar nooit de ware inspanning te voelen.
Maar dat terzijde.

Ik bemerk de laatste tijd dat een aantal van jullie steeds frequenter de weg naar mijn prachtige blog weten te vinden. Daar ben ik uiteraard erg blij mee, maar jullie zouden mij nog blijer kunnen maken door eens een berichtje achter te laten onder de verhaaltjes, waar ik veel tijd, energie en verdovende middelen in steek.
Op dit moment heb ik elluf volgers (Woehoe!) en een boel mensen die hier enkel en alleen komen om te GLUREN! De online peeping Tom's van deze community.
U kan daar niks aan doen, het lijkt eng, dat volgen. Te hoogdrempelig hoorde ik een uitermate wijs en absoluut niet zuigende man laatst zeggen.
Ben ik het ook helemaal mee eens.

Daarom ga ik het jullie makkelijk maken en een overzicht van de opties geven. Idiot proof zeg maar.

Volger worden doe je op een van de de volgende simpele manieren:

1) Maak een gratis Blogger Account HIER.
2) Of doe het met OpenID Account hierrrrrr.
3) Gebruik je huidige Google Account/Gmail/Orkut Right Here, Right Now!
4) Gebruik je bestaande LiveJournal of Wordpress account.

Dus wees geen vierkantje, maak een accountje aan, klik op 'Volgen' rechts naast dit artikel en Hoppa! Je maakt deel uit van een select groepje Gave Types.

Dan knal je hieronder gelijk een intelligent berichtje, iets in de lijn van: 'Nou zeikerd, ik ben lid hoor.' en dan reageer ik waarschijnlijk met 'That's what she said'.

Gezellig.

donderdag 25 juni 2009

Mijn Spannende Leven pt. 10 - Jubilaris

Hij was jarig vandaag. Dat werd hem en de rest van de buurt pijnlijk duidelijk gemaakt door een pop van stro in de voortuin. Met daarnaast een kartonnen bordje die de tekst ‘Abraham!!! 50 jaar!!! Jippie!’ las. Zijn schoonzoon, aan wie hij nu een nog grotere hekel had, had de avond daarvoor briefjes opgehangen langs de openbare weg. Die briefjes toonden een zwart-wit kopie van zijn portretfoto, vorig jaar genomen tijdens het kantooruitje in Bob’s Party Saloon te Uitgeest (ka-ching). Onder die foto, stond de tekst ‘Toeteren! 50 jaar!’.
Dus werd er nu de hele dag door om de paar tellen getoeterd. En dat was behoorlijk vervelend.

Hij stond op van het gezelschap dat in de woonkamer aan de koffie en gebak zat. Ze keuvelden allemaal zo lekker zinloos over grappige anekdotes, met wie de buurvrouw van twee deuren verderop het nu weer deed en de vorderingen van de kids. Altijd weer die kinderen. Doodvermoeiend.
Op de wandklok zag hij dat het pas kwart over elf ’s ochtends was. Deze ongein zou nog de hele dag duren en er zou ’s avonds een verrassing zijn. Verrassingen zijn de ergste vorm van collectief leedvermaak. Zo’n lullig liedje, met in plaats van de oorspronkelijke tekst, een tekst die is aangepast naar de situatie van de Verrassing-ontvanger. Of van die Windows-media-maker (bij het grote publiek beter bekend als ‘het programma waarin Fitna is ge-CTRL-C / CTRL-V’d') kutfilmpjes, waarin foto’s worden afgewisseld met teksten als ‘En dat ging nog de hele avond door!’ of ‘Gelukkig hebben we de foto’s nog’. Verrassingen. Ongelooflijk. Nooit eens die ex-soapie met een kartonnen cheque ter waarde van een paar ton op de stoep, nee een sneue pop en dito toeter A4-tje.
In de verte claxonneerde een auto.
Hij liep van de woonkamer de keuken in en deed daar de deur achter zich dicht.
Hij leunde tegen het aanrecht en prevelde hoofdschuddend: “laat dit als-je-blieft zo snel mogelijk voorbijgaan."
Na een tijdje trok hij de koelkast open en snoepte wat kaasstukjes weg van de zorgvuldig voorbereidde plateau met hapjes.
In de verte claxonneerde een auto.
Hij verbloemde het ontstane gat op de hapjesschaal door de andere kaastukjes wat breder uit te spreiden en deed de koelkast weer dicht. Daarna schonk hij zijn kopje koffie nog eens vol en bereidde zich weer voor op de keuvelkamer. Net op het moment dat hij weer die kant op wilde gaan, ging de telefoon. Met haast onmenselijke snelheid sprong/ sprintte/ snelde hij naar de telefoon en zei:
- Ja met mij! U spreekt met mij.
Vanuit de woonkamer hoorde hij zijn vrouw ‘Heb jij hem, schat?’ snerpen.
- Ja ik heb hem hier!
- Heb je het tegen mij?
Werd er aan de andere kant van de lijn gevraagd.
- Nee. Jawel. Net niet, nu wel. Met wie spreek ik.
- Met mij.
Werd er hees geantwoord aan de andere kant van de lijn.
De jubilaris verschoot van kleur en blikte angstig richting de keuvelkamer. Het gezoem van zelfvoldane mensen op middelbare leeftijd hield aan, de kust was nog veilig.
- Waarom bel je me hier? Wat als mijn vrouw had opgenomen? Ben je helemaal gek geworden?
Siste hij de andere kant van de lijn toe.
- Het maakte me niet uit. Het is verdorie je verjaardag. Ik wilde je persoonlijk spreken en feliciteren. Bij dezen.
- Ja, bedankt. Maar dit is onacceptabel. Je had me op mijn mobiel kunnen bellen. Dat heeft mijn vrouw niet door.
- Denk je dat echt?
Vroeg de stem aan de andere kant van de lijn.
- Ik moet gaan, mijn vrouw komt er aan gelopen. We spreken elkaar later. Dit krijgt een staartje!
- Dat denk ik ook.

De jubilaris gooide de hoorn op de haak en liep met een bijgepleisterde glimlach terug de woonkamer in.

“Wie belde er lief?”
‘Een van de jongens van kantoor. Om me een fijne verjaardag te wensen. Erg attent.’
“Inderdaad, wat vriendelijk. Was het Robert?”
‘Ja, Robert. En ik hoorde je Peter continu zingen in de achtergrond.’
“Leuk! Koffie nog? Iemand?”

De koek werd geslikt. In de verte claxonneerde een auto.

De Jubilaris ging weer in zijn stoel met armleuningen zitten. Hij pakte een van de boeken die hij had gekregen van de buren en bestudeerde de achterflap.
Vijftig jaar is niet oud – alledaagse tips om jong te blijven, was de volledige titel van het boek. De buren hadden opzichtig gegniffeld bij het uitpakken van het kado, om aan te geven dat het als een knipoog bedoeld was, dacht hij eerst. Maar toen hij er nog eens over nadacht kwam hij tot de conclusie dat ze dit waarschijnlijk écht heel erg grappig vonden. Wat best wel weer treurig was.

De achterflap vertelde wat over de praktische toepassingsmogelijkheden van de tips in het boek en dat de auteur een echte autoriteit was op het gebied van… wat eigenlijk. Wat betekent deze zin? ‘Na jarenlange studies en onderzoek naar het vergrijzingfenomeen in Europa en dan specifiek Nederland en België, is auteur Gerard Grobben een jaar lang intensief bezig geweest met een formule of levensvisie zo u wilt, die mensen op leeftijd in staat stelt te functioneren in een telkens snellere en geïsoleerde maatschappij.’ WTF???
Hij overwoog om met het boek ter hand allerlei maatschappelijk geaccepteerde zaken te gaan ondernemen. Zelf een bus instappen en dan woest de bus doorstuiteren met de boodschap:
“JAAAAA! IK KAN HET NOG! WOEHOE! Check me out, I’m riding a bus. Me and my stupid book.”

Misschien moest hij proberen het boek volgend jaar weer terug te geven aan de buren. Ze waren de vijftig weliswaar allang gepasseerd, maar misschien was dat juist een voordeel. Opnieuw inpakken en aanprijzen als een meesterwerk op het gebied van cultuuranalyse, met een duidelijke Joods-christelijke inslag. En het dan uiterst enthousiast aanprijzen. Zoiets.
De buren zouden ‘Who is Nailin Palin’ nog kijken als het werd aangeprezen als een semi-erotische analyse van de Amerikaanse presidentsverkiezingen met een duidelijke Joods-christelijke inslag.

Hij legde het boek opzij en keek weer om zich heen. Verjaardagsfeestjes zuigen hard. Jubileumfeestjes zo mogelijk nog harder.

In de verte claxonneerde een auto.

Later die dag. Ergens begin van de avond.
Dat kon je zien aan de lichte schemering.
En het feit dat de koffie was vervangen door pils en zoete witte wijn.
Het werd er in elk geval wat gezelliger op.

De jubilaris stond omringd door ‘lang zal hij leven’-de vrienden en familie om hem heen in de voortuin naast de pop van stro. Iedereen zong, lachte, rookte sigaren en dronk. Iedereen had het naar zijn zin.
Behalve de jubilaris. Die vond er nog steeds geen zak aan.
Dat kon ik duidelijk zien, want ik stond in het kringetje mee te zingen. Ik kende de beste man nauwelijks, maar mijn vriendin van toen was een kind aan huis.
Ariël heette ze.

Ariël vond het niet erg als ik grappen maakte over de kleine zeemeermin, als ik maar niks zei over het wasmiddel. Daar ging ik mee akkoord, want ze was nou eenmaal oogverblindend mooi. Stralend wit so to speak.
Ik leerde haar kennen buiten een kroeg, nadat ik een avond lang was afgewezen door elke dame in de kroeg.
- Hoi! Kom je hier vaker? Ja? Ik ook! Heb je zin om bij mij thuis een *wink* filmpje te gaan kijken *wink*? Nee. Is dat je zus? Serieus!?! Kom jíj hier vaker? Heb je zin om bij mij… -
Het fiasco werd mede mogelijk gemaakt door Gin en tonic, dus toen ik tegen sluitingstijd mijn hoofd op de bar positioneerde om het gewicht van mijn telkens instabieler wordende nek te halen, zei de barman iets in de trant van ‘volgens mij heb je genoeg gehad’.
Om te bewijzen dat dat niet zo was stelde ik een whisky contest voor, die ik verloor, vervolgens stelde ik een vechtpartij voor, die verloor ik ook en tenslotte stelde ik voor om ergens wat te gaan drinken. Dat was prima, luidde het antwoord van de overdreven gespierde uitsmijter, maar niet hier!
Het was me gelukkig wel gelukt om een halfvol biertje van de bar mee te graaien onderweg naar buiten, dus zat ik nu in een halfverlicht steegje tegen een winkelpui aan gemoedelijke drinking songs te zingen en ondertussen een pislauw biertje weg te zetten.

Uit het niets kwam er een dame naast me zitten.
Ik zei: ‘Zo-hooo, jij bent geil. Neuken?’
Zij keek me alleen aan en zei: “Wat ben jij een flapdrol zeg. Ik heet Ariël.”
Moi: ‘Boeiuh! Gaan we neuken?’
Ariël: “Nee, je bent dronken en je stinkt naar pis en iets zuurs.”
Moi: ‘Ah, je bent een IJsprinses. Cold as Ice! One day you’ll pay the price. Ijskoud de lekkerste.’
Ariël: “Dat is helemaal nergens op gebaseerd. Je kent me niet eens.”
Moi: ‘Aha! Daar vergis je je in. Ik ken jou maar al te goed tutje! Wist jij, WIST JIJ, dat JIJ voor ongeveer 50% uit bevroren water, 30% silicaathoudend gesteente en 20% bevroren methaan bestaat? Technisch gezien ben je dus een Ice Queen.’
Ariël: “Waar heb je het over?”
Moi: ‘Inderdaad! Waar heb ik het over!’

Zoals verwacht werd ik de volgende dag wakker op een kussen van voluptueuze borsten en zijdezacht haar. Na een paar weken vergaf ze me zelfs dat ik haar aan al mijn vrienden had voorgesteld als Annabel.
Ariël is nog steeds een gok.

Maar goed, we dwalen af. De jubilaris stond zichtbaar met tegenzin in de voortuin liedjes te luisteren. Na afloop gaf iedereen hem een amicale schouderklop of handdruk, dus ik deed vrolijk mee. Ik was daar immers te gast en dronk een best goed te pruimen Chardonnay.

Toen de liedjes klaar waren er talloze auto’s hadden geclaxonneerd en de pop van stro heen en weer gejonast was, vroeg de meute om een toespraak van de jubilaris.
Met tegenzin nam hij het woord.
Jubilaris: “Beste vrienden, vriendinnen, familie en dierbaren. Allereerst wil ik jullie danken voor jullie komst en jullie suffe kadootjes. Ik hoop dat jullie je flink te goed doen aan de dure flessen wijn (check) en luxe hapjes die ik heb laten bezorgen. Dit soort feestjes maken een kerngezonde man in vierentwintig uur stokoud. Ik hoop dan ook dat het snel voorbij is. Ik ben het ook helemaal zat om te moeten liegen, om te moeten verbergen wat ik echt ben en wat ik echt voel. Fuck it – zei hij terwijl hij zich naar zijn vrouw omdraaide – Truus, ik ga bij je weg. Ik hou al zeker tien jaar niet meer van je. Ik ga ook al geruime tijd met een ander.”

Ik was eigenlijk van plan om ergens een nieuw glas wijn te scoren, maar besloot met een grijns van oor tot oor om de afloop van deze tragedie in de dop te bekijken.
Je moet wat overhebben voor een nieuw blogje.
Het gezin reageerde geschokt, Truus brak in tranen uit, haar broer keek de jubilaris dreigend aan en naast mij stokte iemands adem.

De jubilaris vervolgde: “Ik ga bij je weg Truus. Ik wil je danken voor alle mooie jaren en alle keren dat je voor mij klaarstond. Maar dit zijn jouw vrienden, dit is jouw leven. Ik doe maar gewillig mee, loop er een beetje achteraan. Het is tijd dat ik een leven voor mezelf opbouw. Dit wordt ook écht de eerste dag van de rest van mijn leven.”

Hij leek zich nu naar mij te draaien, maar keek net langs me heen.

“Ga met me mee. We trekken samen weg, naar het buitenland. Op zoek naar avontuur, zoeken naar ons stukje bountyparadijs op aarde. Kom Ariël, toen je me vanmiddag belde wist ik het al. Sorry voor mijn reactie, maar ik heb je meer lief dan wie of wat dan ook op deze planeet. Zonder jou voel ik me een robot, leeg en dood van binnen, beroofd van mijn ware identiteit. Ga met me mee. Jij en ik.”

Gek genoeg was ik de enige die het nodig vond om te reageren.
Moi: “WTF??? Hoe bedoel je? Neuk jij met dat rimpelige veenlijk daar?”
Ariël (zichtbaar geëmotioneerd): ‘Ik, ik …. Weet even niet wat ik moet zeggen. Ik denk dat het niet verstandig is om hier nu op in te gaan.’
Truus: “Hoer! HOER! Ik geef je al jaren te eten, onderdak, liefde en als dank pik je mijn man bij me weg. Hoer.”

Dit ontaarde in een collectief hysterisch geschreeuw tussen beide dames, wat mij nog het meest op een ‘I did both your sisters, and your Mom!’- episode van Jerry Springer. Om niet te breken met die stijl stormde ik op de jubilaris af en begon dreigend tegen hem te sissen dat ik hem kapot zou maken, dat vandaag de laatste dag van zijn leven was en meer van dat soort onoriginele, uitgekauwde dreigementen.
Ineens rolden we in elk geval over het gazon. Vechtend, schreeuwend, spugend en hevig hijgend.
Hij leek jammer genoeg te winnen, toen we een auto hoorden claxonneren. Niet als alle anderen, dit was duidelijk geen ‘hieperdepiep’- toeter, maar een ‘pas verdomme op!’- toeter.
De doffe klap die volgde zorgde ervoor dat de hele chaos stilviel.
Toen ik was opgestaan zag ik Ariël bloedend op straat liggen, ongeveer vier meter bij de auto vandaan.
Ze was best wel dood.

Ik rende de kamer binnen, jatte een fles wijn mee en sprong op de fiets. Ik had geen zin om haar opgeraapt te zien worden als een natte theedoek, ingepakt te worden in een witte volledig sluitende etui. Ik wilde het hier gewoon bij laten. Doen alsof de relatie gewoon was overgegaan.

Ik stopte vlak bij een vijver en ging aan de kant zitten.
Die avond dronk ik mezelf blauw, sliep in het gras en zong de hele avond ‘Als je van beren leren kan’ en ‘Hakuna Matata’.
Ik ken namelijk geen liedjes uit De Kleine Zeemeermin.

In de verte claxonneerde een auto.