De reclames heb ik gelukkig grotendeels gemist en tijdens de voorstukjes denken de programmeurs mij te kunnen verblijden met de trailer van ‘Fame, The Movie, based on another movie. Or perhaps the musical.’ Dus hetzelfde verhaal, zelfde kutliedjes, een vleugje ‘urban’ en ‘slang’ van heden ten dage en hoppa! CASHEN MAAR!
Ik zucht en mompel: ‘Geef mijn portie maar aan fikkie.’
Het volgende voorstukje is voor de nieuwe Harry Potter. Ik ga kijken. Maar alleen omdat ik uit de voorstukjes haal dat er eindelijk wordt geneukt. Sorry, dat is uiteraard een spoiler.
Als eindelijk de hoofdfilm begint heb ik de draai in mijn door half Nederland gebruikte biosstoel gevonden en laat daarom tevreden een boer.
Ik hoor u denken: “Wauw! Dat klinkt tot zover als een geweldig leuke dag, vol spannende avonturen.” Maar, lieve leesvrindjes, alle sprookjes hebben een wending, anders krijg je dit soort rampzalige verhaaltjes:
Er was eens een heel erg mooie prinses, die uitermate gelukkig was en samenwoonde met een prins, die een hele stal vol witte paarden had. Hij nam het voor haar op in het openbaar, deed de bril van de pot altijd netjes omlaag na het urineren en bracht haar elke nacht kirrend en kronkelend tot aan de sterren. Feitelijk waren ze vrij burgerlijk. En saai.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
En zo kreeg ook dit sprookje een wending. In de vorm van twee laatkomers, die recht achter mij gingen zitten. And so it begins…
De twee laatkomers waren dames en dan specifiek van die, laten we zeggen luide, lelijke, likkende (en ik zoek uit alle macht naar een allitererend synoniem voor het volgende woord:) DOMME DOZEN.
En lesbisch dus. Oorspronkelijk wilde ik er DOMME LESBO’S van maken. Maar ik weet uit betrouwbare bron dat een groot deel van mijn grote achterban (elluf volgers, woehoe!) Lesbisch is, dus moet je politiek correct blijven. Alvorens ze de volle laag te geven. Het is immers concurrentie.
Maar goed deze dames hadden in hun hele leven één boek gelezen. Laat ik dat uitdiepen. Het is mijn ervaring dat ze met zijn tweeën één boek helemaal uit hebben gelezen. Dame#1 de eerste helft en Dame#2 de tweede helft. Dit wilden ze ook continu de hele zaal laten weten. De discrepanties tussen boek en de verfilming. En andere domme uitspattingen.
Ongeveer 10 minuten onderweg in de film.
Dame#1: “HEY! Dat ging in het boek heel anders!”
Dame#2: “Welk boek?”
Ongeveer 20 minuten onderweg in de film
Dame#1: “HEY! Dat ging in het boek heel anders!”
Dame#2: “Wie is dat ook al weer? Al die priesters lijken op elkaar. Waarom hebben ze eigenlijk een rok aan?”
Dame#1: “Zodat ze celibaat blijven. Anders ziet iedereen dat ze een stijve hebben. Weet je wie ook altijd een rok dragen? IJslanders. En dan hebben ze er geen Sloggi onder aan. Dat is daar de cultuur. En volgens mij hebben de priesters en de kerk enzo dat weer van hun overgenomen.”
Ik draai me om en zeg dat dat inderdaad klopt, dat ik zelf een IJslander ben, maar dat we die rok niet in het weekend aanhoeven. En of ze alsjeblieft hun domme smoel willen houden.
Het komt me op een bescheiden applausje te staan. Ik geef toe, ik voel me nu erg trots.
Helaas zijn de dames erg selectief in de informatie die zij in zich opnemen en dus begint het geratel na vijf minuten opnieuw.
Dame#2: “Dat kan toch helemaal niet!?”
Dame#1: “Nee, maar het is gebaseerd op een boek. En in boeken verzinnen ze heel vaak van alles. Dus dan moeten ze dat ook in de film doen.”
Dame#2: “Wacht even… Welk boek?”
Dame#1: “Die van de Da Vinci Code. Maar dan het volgende boek.”
Dame#2: “Maar waar is dat meisje dan van het einde? Zijn ze alweer uit elkaar?”
Dame#1: “Nee, dit verhaal is voor het verhaal van De Da Vinci Code. Dit boek kwam eerder uit.”
Dame#2: “Wij hebben dat boek gelezen.”
Dame#1: “Ja liefje.”
De volgende vijf minuten werd er heftig gelikt, gelebberd en vrij zwaar adem gehaald.
Het zuchten was afkomstig van mij.
In de pauze besloot ik dat ik alcohol nodig had om de rest van de film uit te kunnen zitten en bestelde zodoende een rode wijn. Er waren alleen kleine flesjes, dus nam ik er twee.
Er werd druk gepraat in de lobby en al snel vond ik een groepje mensen die de film wél snapten en zich zodoende genoodzaakt voelden om als een gekke zelfverklaarde profeet, bovenop een zeepkist, met heilig boek naar keuze in de hand en luid hun mening vertolkend alle andere mensen die ook maar enigszins wilden luisteren mij de film uit te leggen.
Ik ga daar altijd graag bij staan om dan de angel uit het gesprek te halen. Sommigen noemen het ‘shockeren’ of ‘doelbewust kwetsen’. Ik noem het ‘verdiende loon’ en ‘humor’.
Het ging ongeveer zo:
GekkeProfeet: “Het is WER-KE-LIJK schandaaaaaalig dat ze
Moi: “Hoi, wat praat je hard.”
GekkeProfeet: “Snap jij het wel??? SNAP. JIJ. HET. WEL?”
Moi: “Nee, helaas. Ik snap het niet. Ik snap niks van een heleboel. En elke keer dat ik wél iets snap, omdat het zo klinisch duidelijk is, roept datzelfde antwoord weer talloze nieuwe vragen bij me op. Zo is gisteren mijn kind van drie weken oud overleden. Ik ben verdomme het ziekenhuis nog aan het afbetalen. Voor de geboorte. Ik snap het niet. IK SNAP HET NIET!!! WAAROM? WAAROM? LEG MIJ DAT DAN UIT!” (Ik deed er een reeks heftige armbewegingen en rondtollende ogen bij, voor het dramatische effect.)
GekkeProfeet (net als de rest van zijn stuurgroepje geschrokken en met piëteit in hun ogen): “Mijn hemel… sorry, mijn immense medeleven. Ik kan dat niet uitleggen. Onze Heer werkt op voor ons vaak onbegrijpelijke wijze. Zijn methoden zullen ons wellicht nooit duidelijk worden. Sorry vriend, ik kan je niet uitleggen waarom je kindje is overleden. Ik kan het je echt niet uitleggen.”
Moi: “Fuck dat! Ik wil weten waarom het ziekenhuis me om geld blijft vragen. Een nieuw kindje is zo gemaakt.”
De stuurgroep viel stil. Doel bereikt. Ik stak mijn rood/ blauwe tong uit en liep weg.
Het tweede flesje wijn was al op voor ik hem open had gemaakt en dus haalde ik nog snel twee flesjes rood voor de tweede helft van de film.
De oerdomme lesbo’s lagen tussen de banken toen ik terug kwam. Ik telde maar drie handen, dus een hand was M.I.A. Ik gooide het overgebleven restantje spa fruitmeuk tussen ze in om aan te geven dat er mensen in de buurt waren, waarop ze geschrokken overeind krabbelden en gingen zitten. Toen ze zagen dat ik het maar was gingen ze door met lebberen.
Ook in de hele beweging terug naar de stoel telde ik maar drie handen. Best knap.
De film was al weer enige tijd onderweg toen beide dames achter mij kennelijk behoefte hadden aan zuurstof, want ze haalden de natte lap uit elkaars mondholte en begonnen de film weer te analyseren.
Dame#2: “Ik hoop wel dat het goed afloopt.”
Dame#1: “Huh? Dit gedeelte had jij toch gelezen? Jij zou het achterste deel lezen!”
Dame#2: “Ooh… Ik dacht alleen de achterkant. Die heb ik wel gelezen. Wat erg hè? Dat Dan Brown dood is…”
Dame#1: “Heb je daar drie maanden over gedaan???”
Dame#2: “Nee, meestal was ik gewoon de televisiegids aan het lezen als ik zei dat ik een boekje ging lezen. Soms staarde ik ook gewoon een uur of drie voor me uit, terwijl ik af en toe de bladzijde omsloeg of ineens begon te lachen. Dan moest ik denken aan die keer dat we verkleed als Suske en Wiske naar de verjaardag van Jerommeke gingen.”
Dame#1: “Dus je hebt gelogen? Je weet dus niet hoe het afloopt? Hoe kan je het mij uitleggen dan? Hoe kunnen we nu de rest van de film volgen?”
Moi: “Dat vraag ik me ook al een tijdje af.”
Eén bioscoop bezoekje en ik snap weer waarom dat downloaden zo groot is geworden.
En ik hoor u denken: “Wat een kutsprookje!”.
Inderdaad.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten