“Het zou nu eigenlijk moeten sneeuwen. Voor het dramatische effect. De sneeuwkristallen die gretig het verspilde bloed in zich opzuigen…
Fantastisch lijkt me dat.”
Hij hoorde het Ben zeggen, maar kon niet geloven dat hij het echt zei.
“Het had moeten sneeuwen? Voor het dramatische effect? Er heeft zich iemand net van het leven beroofd en het enige waar jij aan kan denken is hoe dit walgelijk trieste plaatje er mooier uit had kunnen zien? Wat bezielt je?”
Ben stak een sigaret op en zei:
“Ik snap de tragiek wel. Jouw beste vriend loopt hier leeg op straat en dat is geen fraai gezicht. Daarom vind ik dat het had moeten sneeuwen. Rood en wit maakt altijd een mooie match. Het is toch niet erg om op esthetisch verantwoorde wijze het leven te laten? Zeker als het je eigen keuze is. Ik bedoel, je wéét dat het komt, kleedt het dan een beetje leuk aan.
Voor de nabestaanden.”
Ben had gelijk. Het was inderdaad zijn beste vriend geweest. Vanaf nu zou hij altijd in verleden tijd vorm moeten praten over hem. En waarom? Hij moest en zou daaruit komen.
En hoe zat het met vrienden? LIEVE HELP! Nu pas drong het besef door hoe ontzettend eenzaam hij nu was. Meer dan zes miljard mensen op deze kleine planeet en niet één persoon was familie van hem. Lucy was een half jaar geleden vertrokken en zijn beste vriend lag aan zijn voeten de sneeuwvrije stoep onder te bloeden.
Lieve help… Ben zou nu zijn enige en dus direct ook beste vriend zijn…
“Ik bedenk me net, dat ik die schuld nou niet meer bij hem hoef af te lossen. Toch? Ik bedoel… ik heb er nu meer aan dan hij.”
“Verdomme Ben, wat ben jij een ongevoelige klootzak.”
“Woehoe! Ik ga er wijn van kopen. Wacht hier, ik ben zo weer terug!”
Met meer enthousiasme dan goed voor een ieder was, sprintte Ben de tuin uit, op naar de nachtwinkel op de hoek. Hij struikelde over een bejaarde dame, schold haar nog wat na en hink-stap-sprintte vervolgens verder.
Dat gaf even wat lucht.
Lucht om een aantal prangende vragen voor zichzelf te beantwoorden. Wat doe je met een lijk je tuin? Hoe dump je je nieuwe beste vriend nadat hij wijn heeft gehaald?
Hij besloot te doen wat hij altijd deed als hij met meer dan één vraag vast zat. Doen wat hij moest doen.
4 uur later“Nog een voordeel van sneeuw en dus kou is dat vochtige dingen vaak bevriezen. Dus als dat was gebeurd, hadden we die plas bloed en die stukjes schedel kunnen lijmen. Of! Of! Of! We bevriezen zijn hele lichaam en slaan het op, totdat de wetenschap ver genoeg is om hem te ontdooien en zijn wondje te herstellen! Dat doen ze nu ook met Walt Disney, in Area 51.”
Ben keek hem met zijn bekende ‘geloof me, ik heb gelijk’-blik aan en opende de zesde en tevens laatste fles wijn uit de doos. Ondertussen moest hij wel concluderen dat het een morbide lekker wijntje was. En dat hij dronken genoeg was om innemend te knikken op de voorstellen van Ben. Het klonk allemaal vrij logisch.
“Dus… Walt Disney heeft zichzelf door zijn harses geschoten en ligt nu in Area 51?”
“Ja joh!” hikte Ben.
“Verdomme. Daar hoor je nooit eens iemand over op het nieuws. Of in de politiek. Schoften zijn het.”
“Weet je wat het is J####, je moet ervoor open staan. Je moet dingen wíllen zien en ontdekken. Zien dat de onbelangrijke dingen in het leven eindeloos worden herhaald op televisie, in de kranten en op straat. Net zo lang totdat die onbelangrijke dingen belangrijk zijn geworden. Dan krijg je de situatie dat mensen reclames gaan nadoen of –praten op kantoor, of dat er uitgebreid wordt gesproken over de kansen van kandidaat X in de zoveelste talentenjacht of manier om publiekelijk voor joker te staan. Het leven is voor de meeste mensen in deze maatschappij zo dodelijk saai en doelloos dat zij graag wat spanning terugbrengen door zich voor kortere of langere tijd als nar van het volk willen presenteren. Als laughing stock. Vrij letterlijk.
Reclame, werk, verzekeringen, belastingen, boetes, koersen, terreurdreigingen, veranderende klimaten; allemaal bedacht door mensen. Allemaal verzinsels die totaal geen echte waarde hebben. Lege hulzen.
Vanaf het moment dat je wordt geboren wordt dat juk om je schouders gehangen, begin je met het maken van schulden. Er is geen keuze. Geen ontsnappen aan de neergaande stroom waarin je langzaam verstikt. En tegen de tijd dat je hier achter komt sta je de maatschappij zo veel schuld, dat je gaat werken tot je doodgaat. En al die tijd denk je: binnenkort stap ik eruit! Ik ga het roer omgooien! Alles wordt anders, alles wordt beter!
Maar het wordt nooit beter.
Geloof me.
Alles wat je zeker weet, alles waar je in gelooft, aangepast per regio of streek waar dan ook ter wereld. Alles wordt gemanipuleerd.”
Hij schonk een nieuw glas vol en vervolgde zijn relaas, nu bijna schreeuwend:
“ALLES zeg ik je. En we laten het gewoon toe. Politici lachen zich kapot om ons. Die moeten tegenwoordig eens in de vier jaar goed voor de dag komen om de Kamerzetels te verdedigen. En als ze eenmaal dat plekje op het pluche hebben veroverd, is het lang leve het betalende plebs! Want betalen zullen ze. En die politici zijn moeilijker kapot te krijgen dan kakkerlakken. Die zuigen de geldkraan bekwamer leeg dan de hoer op de hoek die de Engelsen pleased na een verloren voetbalwedstrijd. Gatver de gatver.
JE MOET HET WILLEN ZIEN!
Waar ga je heen?”
Hij had zijn glas wijn in een flinke teug leeggedronken en was opgestaan, liep naar de deur toe en draaide zich in de opening nog een keer om naar Ben, die half liggend, half hangend en ondertussen wijn vanuit de fles drinkend, verbaasd was dat zijn relaas zo bruut werd onderbroken en zei:
“Als ik jou was zou ik hopen dat het sneeuwt.”