Ik probeer me minimaal in te spannen. Alleen mijn armen bewegen, om te zorgen dat ik blijf drijven. Alleen mijn tenen en de voorzijde van mijn gelaat steken nog boven het water uit. Om te ademen.
Rondom mij spetteren en plonzen de overduidelijke toeristen blij terwijl ze elkaars aandacht verlangen door hysterisch naar elkaar te gillen bij elke stap die ze zetten. Vooral de roedel bronstige Italianen is om gek van te worden. Eerst was het er maar een. Terwijl ik mijn ogen sloot, voor een periode die niet langer dan tien seconden kan zijn geweest, had die ene Italiaan zich opgedeeld in andere eencellige wezens en na het nodige celdelen was binnen de kortste keren de roedel ontstaan. En dat dus in tien seconden. Nu zorgen ze ervoor dat iedereen ze opmerkt. Door voorgenoemd lawaai maken, maar ook door hun gezonde natuurlijke huidskleur, perfect getrimde borstkast en strakke Speedo broekjes in bonte kleuren. Ze zijn op jacht. Wanneer er een potentieel slachtoffer wordt herkend, scheidt een van de Italianen een bepaald soort geur af, waarop de rest van de roedel begint te schuimbekken, fluiten, grommen en ze allen de adem zo lang mogelijk inhouden terwijl ze hun hoekige borstkassen naar voren duwen. Vervolgens omsingelen ze de dame en beginnen ongegeneerd en onafgebroken de plus en de minpunten van de dame te bespreken. Een oordeel gevolgd door een instemmend fluiten is goed nieuws voor de dame, dan bevalt het de groep. Als men het er niet eens is met de onvoorwaardelijke schoonheid van de dame, volgen er veel heftige armbewegingen, voornamelijk aan elkaar gericht.
Ik vind het hele ritueel nogal aandoenlijk eerlijk gezegd. Ik heb de jongens in elk geval nog niet één dag in het zwembad een verse Hongaarse zien scoren.
Want daar ben ik dus. Boedapest. Twee weken lang 37 graden. Dus lig ik elke dag te dobberen overdag en me ’s avonds vol te vreten aan de locale cuisine. Ze hebben hier namelijk hele andere broodjes bij de McDonalds! Weet je hoe ze hier bijvoorbeeld een Quarter Pounder noemen? A Royal with cheese! It’s the little things…
Maar wat kun je ook anders doen met 37 graden? Ik leer de avond voordat we terug reizen het toeristengidsje wel uit mijn hoofd, voor het geval men mij vraagt hoe de musea en de architectuur was. Maar om nu zelf door de stad te gaan sjokken is onmenselijk.
Nee, ik lig hier prima. Alleen jammer van al die mensen.
Ik word onderwater geduwd door twee sterke handen. Terwijl ik me onderwater uit de grip van de handen wurm, bedenk ik op welke wijze ik de penis die mij onderduwt zal doden. Iets met organen waarschijnlijk.
Ik kom happend naar adem boven en zie dat het één van mijn reiskompanen is. Ik slik mijn woede in en zeg met trillende handen beheerst: ‘What the fuck gast? Ik lag net lekker te relaxen.’
Hein: ‘Ok, ik denk ik meld even aan je dat we de binnenbaden gaan doorlopen. Misschien wil je mee.’
Ik wil hem nog steeds aanvliegen voor het verpesten van mijn ultieme zen momentje, maar besef me dat hij de persoon is die mij nog moet terugrijden naar Nederland. Mijn wraak zal even moeten wachten. Note to self: ik sloop later zijn parkeersensoren wel van zijn auto.
Ik bevestig mijn interesse om het binnenbaden traject gezamenlijk door te lopen en loop achter Hein aan het bad uit en richting ingang van het Thermale badhuis. Rambo en Lucas,
the ultimate K1 fighter Champion staan daar al op ons te wachten.
‘Oh, ik heb er weer zin in! In die terminale baden!’, zegt Rambo met zijn dikke lip.
‘Ik heb eigenlijk wel zin in een biertje.’ Zegt Lucas tegen niemand in het algemeen. Dit doet hij wel vaker, voornamelijk ’s nachts. Wanneer iedereen slaapt. Ik vermoed dat Lucas een vroeg rijpe alcoholist wordt. Of is.
‘Jeetje. Hoe lang hebben ze nog?’ Vraag ik.
Lucas kijkt mij niet begrijpend aan en kijkt dan weer verlekkerd in het niets.
‘Waar heb jíj het nou weer over?’ vraagt Hein zonder echt veel interesse te tonen. Hij houdt er gewoon niet van als er iets gezegd wordt en hij niet precies weet wát ermee bedoeld wordt.
‘Die baden, hoe lang hebben ze nog?’
Rambo: ‘Ze sluiten pas om tien uur, dus we hebben nog zat tijd…’
Hein: ‘Och laat maar. Hij neemt je in de zeik Rambo, omdat je terminale baden zei in plaats van Thermale Baden. Vind ‘ie leuk.’
Rambo haalt zijn schouders op en loopt de eerste van een reeks ernstig zieke baden in.
Ik ben nu enigszins geïrriteerd. Ik had de rest van de middag slinkse grappen willen maken over de medische toestand van het bad. Nu die mogelijkheid mij snoeihard door de neus is geboord rest mij nog enkel de mogelijkheid om als een alligator weg te zakken in een of ander ‘hoge sulfer concentratie bad’ en zo te gaan liggen loeren op het voorbij stromende vrouwelijke schoon. En dat is al een dagtaak an sich.
In totaal ben ik deze vakantie al vierentwintig maal verliefd geworden. Daar moet ik bij melden dat er één twijfelgeval tussen zit. Ik denk dat mijn fascinatie annex verliefdheidvoor het meisje dat letterlijk krom loopt door haar exorbitant grote borsten (ik denk serieus dat haar maat niet met ons lettersysteem is aan te duiden) vooral iets te maken heeft met het feit dat ze de helft van één van haar benen mist. Dat kan ook bijdragen aan dat kromlopen natuurlijk. Maar volgens mij ligt het aan haar borsten. In elk geval, ik denk dat dat het stukje ontdekkingsreiziger in mij is. To baldly go where only a handfull of men have gone before. Or so I hope.
Rambo spettert water mijn kant uit om aan te geven dat we een kuurbad verder lopen.
Ik denk er net op tijd aan om mijn adem in te houden wanneer ik mij uit het badje hijs en kijk daarbij met mijn slinkse
‘You like?’-blik nog even op zij naar de anderhalfbenige Hongaarse Cup %--% (<- nieuwe maataanduiding), maar zij is net even afgeleid. Door een groep bronstige Italianen.
Verdomme.
Het volgende badje is een diepgroen badje waar volgens mij mensen in horen te revalideren. In vergelijking met het vorige badje is deze variant ijskoud. Om een voor mij volslagen onduidelijke reden zit er een badmeester, overigens een dead ringer voor Ziigmund (degenerate pokerheld), in de hoek van de ruimte behoorlijk verveeld voor zich uit te kijken.
Na een tijdje wordt duidelijk waarom. Om de tien minuten gaat er een laffe onderwater stroming aan, waardoor de tien aanwezige badgasten kirrend van geluk in een rondje draaien. En dat is gevaarlijk. Mijn elleboog raakt namelijk nagenoeg iedereen die mij probeert in te halen en zo heeft Ziigmund ook wat te doen. Want bloed in het groene badje. Dat ziet er niet uit natuurlijk.
Hij springt nu op uit zijn Körver tuinstoel en begint heftig naar iedereen in het bad te schreeuwen in het Hongaars. Ik besluit dat hij het dus niet tegen mij kan hebben en trek me er dan ook niets van aan. Wanneer ik uiteindelijk de enige persoon in het badje ben, omdat de rest kennelijk Hongaars spreekt, rent Ziigmund de badmeester om het zwembadje heen, om mij bij te kunnen houden, terwijl hij tegen me blijft schreeuwen.
Hij is een beetje rood aangelopen (lol) en roept nu enkel ‘OUT!’.
Dat begrijp ik wel, dus vervolg ik mokkend mijn route naar het volgende badje, waar mijn reiskompanen al uitgebreid genieten met veel ‘oeh’s’ en ‘ah’s’.
Ik spring er bij en zie enkele mensen verzorgd worden aan hun wenkbrauw en/ of neus. Tevreden kijk ik naar mijn creaties en laat mijn blik dan weer keurend door de badruimte glijden. Twee potentiëlen.
Ik schrik weer op uit mijn mijmeringen wanneer Lucas, the ultimate K1 fighting champion mij aantikt.
“Gast!, moet je eens kijken naar die vent. Die ballen!”
Ik kijk en schrik me werkelijk kapot. Langs ons badje loopt een local van een jaartje of zestig in een veel te strakke Speedo te paraderen met zijn ENORME ballen. En als ik hier ‘ENORME’ in hoofdletters schrijf, dan kun je er van uit gaan dat ze werkelijk GIGANTISCH waren. Twee groot uitgevallen Avocado’s in een Speedo netje. Zoiets. Ik kan ook niets anders doen dan ademloos staren naar de man zijn zak. De maat van de te strakke Speedo is dan ook volslagen krankzinnig. Alles lijkt redelijk te passen, tot aan het gedeelte waar de zak hoort te zitten. Dit gedeelte heeft namelijk zo veel stof nodig ter bedekking van, dat het stukje stof bedoeld voor het bedekken van het zitvlak (lees: kont) hier enigszins de dupe van wordt.
En nog is het broekje te klein. Tussen de zijkant van zijn been en de bedek-range van zijn Speedo blijft een stukje niksigheid open en bloot naar een ieder die het ziet schreeuwen: “Hallo! Kijk dan naar mijn GIGANTISCHE ballen! Ik had een bermuda aan kunnen trekken zodat niemand er last van zou hebben, maar dat doe ik niet. Want ik geniet van het feit dat iedereen gechoqueerd staart naar mijn anatomisch incorrecte MEGA ballen.”
Ik redeneerde dat het moest komen door de chemische meuk die in de binnenbaden te vinden was en besloot vanaf dat moment nooit meer in zo’n badje te liggen.
Dus verliet ik de binnenbaden en ging rustig op het terras kip en rijst eten en toen de reiskompanen klaar waren met de balverminkende binnenbaden dronken we een aantal biertjes. Na een tijdje waren we er wel klaar mee en besloten ons om te kleden. De kleedkamer waar ons kluisje zich bevond was leeg op één persoon na: Mr. MegaBalls.
Nu was het al moeilijk om mijn blik af te wenden toen hij dat minieme lapje stof over zijn medicijnballen had gedrapeerd, maar in de kleedkamers besloot hij dat het noodzaak (lol) was om zo lang mogelijk naakt te zijn. Dit betekende dat hij in zijn blote glorie stond toen wij binnenkwamen en even veel kleding aanhad toen wij alle vier aangekleed waren om te vertrekken.
En al die tijd heb ik staan staren.
Een beetje het Two girls one cup principe.
Fascinerend.
Het moet overigens gezegd, voor iemand met buitenproportioneel grote ballen had hij een (verhoudingsgewijs) behoorlijk sneu pikkie. Maar zijn dienstjaren zaten er zeer waarschijnlijk al lang op.
Die nacht droomde ik van het anderhalfbenige meisje, die haar stompje op inventieve plaatsen wist te verstoppen, terwijl Mr. MegaBalls probeerde aan te tonen dat zijn ballen groter waren dan de memmekes van het meisje.
Op het moment dat het vunzig werd, schrok ik badend in mijn eigen zweet wakker en draaide me om.
Na een keurende blik legde ik mijn kussen goed en viel tevreden wederom in slaap naast Gwendolyn.
Het meisje met anderhalve been.